In een historische overeenkomst, ter waarde van $10 miljard, hebben de Franse oliegigant TotalEnergies en Staatsolie een deal gesloten om een van de grootste olieprojecten in de geschiedenis van Suriname te ontwikkelen. Deze deal, die zich richt op het Gran Morgu-veld in Blok 58, markeert het begin van Suriname’s opkomst als een belangrijke speler in de internationale olie-industrie. Het project biedt de potentie om de economische situatie van het land aanzienlijk te verbeteren en een enorme bron van inkomsten te worden.
Het Gran Morgu-veld, gelegen op ongeveer 140 kilometer van de kust van Suriname, bevat naar schatting 700 miljoen vaten olie. Dit veld ligt in Blok 58, een gebied dat al eerder is geïdentificeerd als een belangrijke oliebron in de regio, en grenst aan Guyana’s ontdekkingen van ongeveer 11 miljard vaten olie. Volgens de overeenkomst zal TotalEnergies, samen met haar partner APA Corporation, verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en exploitatie van dit veld, terwijl Staatsolie een belang van 20% in het project kan verwerven.
De eerste productie van olie uit dit veld wordt verwacht in 2028. Dit zal gebeuren via een drijvend productie-, opslag- en losschip (FPSO), dat in staat is om dagelijks tot 200.000 vaten olie te verwerken. Naar schatting kan het project Suriname tussen de $16 en $26 miljard aan inkomsten opleveren over een periode van twintig jaar, afhankelijk van de wereldwijde olieprijzen.
De verwachte inkomsten uit dit project zouden een enorme impuls kunnen geven aan de Surinaamse economie, die momenteel kampt met financiële uitdagingen. Het BBP van Suriname bedraagt momenteel ongeveer $4,34 miljard, en de potentiële opbrengsten uit de olie-exploitatie kunnen dit aanzienlijk overtreffen. Staatsolie speelt hierin een cruciale rol, aangezien zij ervoor moet zorgen dat deze opbrengsten op een duurzame en transparante manier worden beheerd.
Met de mogelijkheid om inkomsten te genereren die het BBP van het land meerdere malen zouden kunnen overstijgen, biedt de deal een unieke kans voor Suriname om te investeren in essentiële sectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. Er wordt verwacht dat deze inkomsten ook zullen bijdragen aan het nationale stabiliteitsfonds en zullen helpen bij de ontwikkeling van duurzame sectoren zoals landbouw en toerisme.
Ondanks de grote voordelen die deze deal lijkt te bieden, is er ook kritiek op de manier waarop de onderhandelingen zijn verlopen en de mogelijke implicaties voor de lange termijn. Maisha Neus, een prominente activiste en leider van de politieke partij STREI!, heeft haar zorgen geuit over de transparantie en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen. Neus staat bekend om haar strijd voor transparant bestuur en corruptiebestrijding in Suriname, en ze is bezorgd dat de inkomsten uit de olieproductie niet eerlijk verdeeld zullen worden onder de Surinaamse bevolking.
Neus benadrukt dat het essentieel is dat de miljarden die door deze deal gegenereerd worden, worden ingezet voor het welzijn van de bevolking. Ze stelt dat de regering moet waarborgen dat deze inkomsten worden gebruikt om de levensomstandigheden te verbeteren door te investeren in kritieke sectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. Bovendien vraagt ze zich af of Suriname genoeg zal profiteren van de deal, aangezien de belangrijkste controle in handen is van buitenlandse bedrijven zoals TotalEnergies en APA Corporation.
Naast de economische en politieke zorgen zijn er ook vragen over de milieueffecten van deze grootschalige olie-exploitatie. Hoewel TotalEnergies heeft beloofd zich te houden aan strikte emissielimieten en te streven naar milieuvriendelijke productieprocessen, blijft de exploitatie van olievelden in kwetsbare offshore-ecosystemen een risico. In een tijd waarin klimaatverandering wereldwijd een dringende kwestie is, roept de focus op grootschalige olieproductie kritische vragen op over de duurzaamheid van deze aanpak.
De deal met TotalEnergies en Staatsolie is ongetwijfeld een mijlpaal in de ontwikkeling van de Surinaamse economie. Als alles volgens plan verloopt, kan dit project niet alleen de financiële situatie van het land verbeteren, maar ook zorgen voor een langdurige bron van inkomsten die kan worden gebruikt om andere sectoren te ontwikkelen en de armoede in het land te verminderen.
Toch blijft de vraag hoe goed de regering en Staatsolie deze middelen zullen beheren. De zorgen van Maisha Neus en andere critici benadrukken het belang van transparantie en verantwoording in het proces. Zonder goed bestuur en een eerlijke verdeling van de opbrengsten, kan deze deal, ondanks de immense economische potentie, mogelijk niet het gewenste effect hebben op de lange termijn welvaart van de Surinaamse bevolking.
De komende jaren zullen cruciaal zijn voor de implementatie van dit project. De ogen van zowel de nationale als internationale gemeenschap zijn gericht op Suriname, aangezien het land zich opmaakt om een belangrijke speler te worden in de wereldwijde olie-industrie. De sleutel tot succes zal liggen in hoe effectief Suriname zijn natuurlijke hulpbronnen beheert en inzet voor de ontwikkeling van het land en zijn burgers.
