In de Nationale Assemblée is op 16 januari de behandeling gestart van de Wet Beëindiging Lidmaatschap Volk vertegenwoordigende Organen, beter bekend als de terugroepwet. Deze wet, bedoeld om procedures te regelen voor het beëindigen van lidmaatschappen van volksvertegenwoordigers, stuit op veel kritiek. NDP-parlementariër Stephen Tsang noemt de behandeling van de wet gehaast, slordig en gevaarlijk voor de democratie.
Gehaaste behandeling en gebrekkige voorbereiding
Volgens Tsang werd de wet in 2022 haastig ingediend en binnen twee maanden door commissies afgehandeld, ondanks klachten van stakeholders dat ze te weinig tijd kregen om het document te bestuderen. Ook na de indiening werd er lange tijd niets mee gedaan. “En ineens komt het na tweeënhalf jaar op de agenda voor openbare behandeling,” aldus Tsang, die dit ziet als een teken van chaotisch en ad-hoc beleid.
De wet heeft volgens Tsang fundamentele problemen. “Met veel taalfouten en onduidelijkheden is het duidelijk dat er weinig aandacht is besteed aan zorgvuldigheid.”
Een bedreiging voor de democratie?
De terugroepwet is bedoeld om invulling te geven aan artikel 68 lid 1c van de grondwet, dat stelt dat procedures rondom het beëindigen van lidmaatschappen van volksvertegenwoordigers bij wet moeten worden geregeld. Maar Tsang wijst op een fundamentele tegenstrijdigheid: terwijl artikel 52 lid 1 van de grondwet bepaalt dat de macht bij het volk ligt, creëert de terugroepwet een situatie waarin politieke partijen volksvertegenwoordigers kunnen “muilkorven”.
Een van de meest controversiële toevoegingen aan de wet is het opnemen van “rooiement” (uitsluiting) als grond voor terugroeping. Volgens Tsang tast dit de onafhankelijke positie van parlementariërs ernstig aan. “Met deze wijziging wordt het partijbelang belangrijker dan het volksbelang, en dat kan nooit de bedoeling zijn.”
Achterliggende motieven?
Tsang suggereert dat de timing van de behandeling niet toevallig is. “Mij bekruipt het gevoel dat deze wet ineens op de agenda is gekomen omdat het vertrouwen in de coalitie wankel is.”
Wat staat op het spel?
De terugroepwet is niet nieuw; eerdere versies dateren uit 2005 en 2016. De huidige wijzigingen richten zich vooral op het toevoegen van regels en procedures voor terugroeping, maar critici zoals Tsang zien hierin een gevaar voor de democratische principes van Suriname.
“Deze wet hoort niet thuis in een democratie,” stelt Tsang. “Met deze wet kunnen kritische volksvertegenwoordigers worden gestraft als zij het partijbelang niet boven het volksbelang plaatsen. Dit soort wetten zijn niets meer dan muilkorfwetten.”