PARAMARIBO – Minister Albert Ramdin heeft het protest tegen zijn verkiezing als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) als ‘niet plezierig’ bestempeld. Vooral de inheemse en tribale groepen die hun onvrede uitten kort voor de verkiezingen, hebben volgens hem onnodige vraagtekens gecreëerd in het verkiezingsproces.
Tijdens een gesprek met de pers gaf Ramdin aan dat dergelijke acties, slechts enkele dagen voor de verkiezing, de geloofwaardigheid van het proces kunnen ondermijnen. “Landen snappen wanneer bepaalde dingen gebeuren, maar als je twee dagen van tevoren zo’n actie onderneemt, lijkt het bijna op ondermijning van een proces dat eigenlijk in een afrondende fase zit,” aldus de minister.
Ramdin benadrukte dat hij als minister actief het gesprek is aangegaan met de inheemse en tribale gemeenschappen. Hij verwees daarbij naar een recente ontmoeting met het bestuur van de Federatie van Inheemse en Tribale Volken in Suriname (FITS). “Ik was de enige minister die hen heeft ontvangen om naar hun bezorgdheden te luisteren. We hebben een open discussie gehad en zelfs een gesprek met de president gefaciliteerd,” verklaarde hij.
Ondanks deze inspanningen blijft er binnen de inheemse gemeenschap onvrede over de aanpak van de regering op het gebied van grondrechten. Ramdin erkent dat dit een langlopend proces is en benadrukt dat de conceptwetgeving hierover al een significante stap vooruit is. “Dit is de eerste keer dat er een wetsvoorstel is ingediend om de vonnissen uit te voeren. Dat op zich is al een historische mijlpaal.”
Volgens Ramdin is het van belang om onderscheid te maken tussen oprechte kritiek en politieke strategieën. Hij stelt dat sommige protesten niet gebaseerd waren op feitelijke informatie en dat de timing ervan vragen oproept. “Als kritiek op een constructieve en geïnformeerde manier wordt geuit, heb ik daar absoluut geen moeite mee. Maar er moet ook erkenning zijn voor de stappen die wél gezet zijn,” voegde hij eraan toe.
Ramdin benadrukte dat hij zich vanaf zijn eerste betrokkenheid bij de OAS in 2006 heeft ingezet voor de rechten van inheemse en tribale gemeenschappen. Hij wees erop dat hij verschillende toespraken heeft gehouden en initiatieven heeft gesteund die gericht zijn op de erkenning van hun collectieve rechten. “Ik heb altijd gepleit voor het snel erkennen en accepteren van de conventie en voor de actieve betrokkenheid van inheemse en tribale volken bij economische en politieke processen.”
Hoewel de wetgeving omtrent grondrechten nog niet volledig is afgerond, is Ramdin optimistisch dat er verdere vooruitgang geboekt zal worden. “Het ligt nu bij het parlement. Als het niet binnen deze regeerperiode wordt afgerond, zal het proces doorgaan,” aldus de minister.
Ondanks de kritiek blijft Ramdin overtuigd van de noodzaak om het proces voort te zetten. Hij benadrukte dat samenwerking en geduld essentieel zijn om duurzame oplossingen te vinden. “We moeten als samenleving trots kunnen zijn op wat we bereiken en erkennen dat verandering tijd kost.”