De vertrouwelijkheid van het kabinetsproces staat onder druk. Premier Schoof uitte in een persconferentie stevige kritiek op het uitlekken van interne discussies naar de media. Hij noemde het lekken ‘uitermate zorgelijk’ en zei er ‘onwijs van te balen’. Het ondermijnt volgens hem de kwaliteit van besluitvorming en het vertrouwen tussen bewindspersonen onderling. Toch lijkt deze oproep aan dovemansoren gericht, want het patroon van lekken uit zowel de ministerraad als onderraden lijkt eerder toe dan af te nemen.
Tegelijkertijd lijkt de eenheid van kabinetsbeleid steeds verder te vervagen. Openlijke kritiek tussen ministers, zoals tussen Faber en Schoof, en eerdere incidenten rond lekken wekken de indruk dat de cohesie binnen het kabinet afbrokkelt. Hoewel de premier stelt dat er inhoudelijk geen verdeeldheid is, laat de praktijk een ander beeld zien. De vraag is wat dit betekent voor de legitimiteit van kabinetsbesluiten en het vertrouwen van de burger in de politiek.
De publieke perceptie van het kabinet lijkt zich te verharden. Discussies over de spreidingswet, onderlinge verwijten, lekken en uitgestelde besluitvorming dragen bij aan het beeld van een rommelig bestuur. Toch benadrukt premier Schoof dat er hard wordt gewerkt aan de grote dossiers: woningbouw, asiel, bestaanszekerheid en Europese veiligheid. Hij roept op tot rust en ordentelijkheid, maar die oproep lijkt niet altijd gehoor te vinden binnen zijn eigen ploeg. De vraag die overblijft is: kunnen de coalitiepartners hun interne meningsverschillen overstijgen om daadwerkelijk het beloofde beleid te realiseren?