In de aanloop naar de verkiezingen in Suriname klinkt de kritiek op het uitblijven van politieke debatten luider dan ooit. Politieke partij DA’91 uitte recent scherpe kritiek op de afwezigheid van serieuze confrontaties tussen partijleiders. Volgens de partij mijden veel leiders publieke debatten uit angst voor imagoschade en om tekortkomingen in hun visie en beleid te verhullen.
“In een open debat is er geen ruimte voor voorbereide toespraken of ontwijkende antwoorden,” stelt Patric Timpico, ondervoorzitter Presidium van DA’91. “Juist in een debat worden tegenstrijdigheden, oppervlakkige beloften en gebrek aan diepgaande partij-ideologie snel zichtbaar.”
De Surinaamse politiek wordt volgens meerdere waarnemers gedomineerd door sterke persoonlijkheden in plaats van heldere beleidsvisies. Partijen zoals de VHP, NPS en zelfs nieuwkomers lijken vooral te leunen op de populariteit van hun leiders. In dat licht is het vermijden van debatten begrijpelijk, maar het werkt averechts voor de democratische ontwikkeling van het land.
“Debatten zijn geen risico, maar een noodzakelijke toetsing van leiderschap,” zegt politicoloog Jennifer Pinas. “Wie echt een plan heeft, hoeft niet bang te zijn voor kritische vragen of confrontaties met opponenten.”
Journalisten en maatschappelijke organisaties hebben herhaaldelijk geprobeerd om verkiezingsdebatten te organiseren waarin lijsttrekkers of partijvoorzitters rechtstreeks met elkaar in gesprek gaan. Meestal loopt dit stuk: politici sturen vertegenwoordigers uit de tweede of zelfs derde linie, of trekken zich op het laatste moment terug onder uiteenlopende voorwendselen.
“Het is een structureel probleem,” zegt een anonieme redacteur van een toonaangevend Surinaams medium. “Er wordt gesproken over transparantie en verantwoordelijkheid, maar als puntje bij paaltje komt, kiezen leiders liever voor veilige interviewformats dan voor echte publieke verantwoording.”
Politieke angst als rem op democratische groei
De angst voor gezichtsverlies lijkt diepgeworteld. Een slecht verlopen debat kan inderdaad ernstige imagoschade opleveren in een politiek klimaat waarin persoonlijk prestige vaak zwaarder weegt dan inhoudelijke prestaties. Toch is deze angst een rem op noodzakelijke democratische volwassenheid.
“Politieke leiders die hun ideeën niet kunnen verdedigen in een publiek debat zijn misschien niet geschikt om een land te leiden,” aldus Timpico. “De samenleving verdient beter dan beloftes op flyers en geregisseerde social media-campagnes.”
Oproep tot verandering
DA’91 roept, samen met verschillende burgerbewegingen, op tot een cultuurverandering: meer transparantie, meer directe confrontaties, en meer respect voor de kiezer. Alleen zo kan Suriname de democratische volwassenheid bereiken die het nastreeft.
“Echte leiders durven hun standpunten openlijk te verdedigen,” besluit Timpico. “Het is tijd dat politieke partijen kleur bekennen en dat kiezers hen daarop kunnen beoordelen.”
De vraag blijft: zullen de gevestigde partijen als VHP, NPS, en anderen de uitdaging aangaan? Of blijven zij zich verschuilen achter campagnemachines die alles vermijden wat echt kritisch is?