De Surinaamse Staatsraad heeft president Chandrikapersad Santokhi geadviseerd om het project ‘Royalty’s voor iedereen’ (RVI) niet via een staatsbesluit, maar door middel van een wet in te voeren. Hoewel de raad niet principieel tegen het programma is, vindt zij dat een staatsbesluit onvoldoende juridische en financiële waarborgen biedt voor een correcte uitvoering, Schrijft (DWT).
President Santokhi had de Staatsraad schriftelijk verzocht om het concept van het staatsbesluit te beoordelen, in de hoop op groen licht voor snelle uitvoering van het project. Het negatieve advies kwam dan ook als een tegenvaller voor het staatshoofd, dat nu rekening moet houden met een langere, wettelijke route voor implementatie.
In het advies stelt de Staatsraad dat een programma waarbij geld aan burgers wordt toegekend uit staatsmiddelen, wettelijk moet zijn verankerd. Het huidige ontwerp zou in strijd zijn met zowel de Grondwet als de Comptabiliteitswet. Daarbij ontbreekt een heldere begrotingsbasis: de inkomsten en uitgaven zijn onvoldoende gespecificeerd en het is niet duidelijk op welke begroting de lasten zullen drukken — die van 2024 of 2025.
Minister van Financiën en Planning Stanley Raghoebarsing gaf tijdens een persconferentie aan dat de raad “enkele vragen en kanttekeningen” had geuit, maar noemde het advies niet expliciet negatief. Toch blijkt uit de bevindingen dat de raad serieuze juridische en financiële bezwaren heeft, waaronder het ontbreken van transparantie over financiering bij tegenvallende olie-inkomsten.
Verder wijst de raad op mogelijke discriminatie in artikel 5 van het besluit, de onduidelijke rol van banken bij uitvoering en de risico’s bij niet-geregistreerde leningen. Als het project via een staatsbesluit doorgaat, zou dit slechts tijdelijk rechtsgeldig zijn, waarna alsnog goedkeuring van het parlement nodig is.
Lees ook.