Dubai / Paramaribo – In een uitzonderlijk radio-interview met Stanvaste Radio heeft de in Dubai gevestigde zakenman Sheriff Abdoellah een explosieve onthulling gedaan over zijn betrokkenheid bij de opmars van president Chandrikapersad Santokhi naar de hoogste politieke positie van Suriname. Abdoellah beweert miljoenen te hebben geïnvesteerd, spirituele hulp te hebben geleverd en strategisch campagneadvies te hebben gegeven — allemaal zonder iets terug te krijgen, behalve verraad.
“Ik heb deze man geholpen president te worden. Ik schreef zijn plannen, ik betaalde zijn reizen, ik deed spirituele offers. Maar zodra hij aan de macht was, werd ik buitengesloten.”
Volgens Abdoellah begon de samenwerking rond 2017, toen Santokhi hem benaderde met de wens president te worden. Abdoellah – die zichzelf spiritueel en strategisch onderlegd noemt – zegt dat hij direct aan de slag ging. Hij schreef een campagneplan, regelde persoonlijke ondersteuning, betaalde tickets en liet zelfs spirituele rituelen uitvoeren in landen als Chili en Saoedi-Arabië. Alles zou uit eigen zak zijn betaald.
“Ik heb zonsverduisteringsrituelen gedaan, rivieren bezocht voor wateroffers, en ik heb duizenden euro’s uitgegeven aan reizen en spirituele benodigdheden. Alles met één doel: hem president maken.”
In het interview vertelt Abdullah dat hij op verzoek van Santokhi rituelen uitvoerde om politieke tegenstanders “spiritueel te verzwakken.” Een van de namen die valt is voormalig vicepresident Ashwin Adhin.
Volgens Abdullah moest hij ervoor zorgen dat Adhin “niet meer naar India zou reizen voor spirituele macht”. Hij stelt dat Adhin uiteindelijk inderdaad niet vertrok.
Deze rituelen zouden onderdeel zijn geweest van een grotere strategie waarin Abdoellah beweert een ‘spirituele schakel’ te zijn geweest voor Santokhi in de weg naar de top. Hij noemt zichzelf “gezegend door Allah” en benadrukt dat zijn motieven religieus en altruïstisch waren.
De zakenman stelt dat hij nooit enige financiële tegenprestatie kreeg, terwijl hij naar eigen zeggen tonnen uitgaf. De enige “beloning” die hij ontving, was volgens hem “een fles water met een olifantenlogo”. Hij noemt het “vernederend” en spreekt van een diepe breuk met Santokhi.
“Alles was op vertrouwen. Ik vroeg geen geld. Ik vroeg een diplomatieke rol, zodat ik Suriname internationaal kon vertegenwoordigen. Maar dat werd me nooit gegund.”
In het interview speelt ook zoon Richano Santokhi een rol. Abdoellah beweert dat de zoon hem meermaals benaderde voor geld en dat hij hem financieel ondersteunde, zelfs toen Richano al in Miami woonde. Tegelijkertijd zou hij via appberichten zijn uitgescholden en onder druk zijn gezet.
“Die jongen vroeg me constant om geld, noemde me vader, en scheldt me uit in dezelfde adem. En ondertussen hoor ik dat hij op overheidskosten in consulaten werkte.”
Abdoellah geeft aan dat zijn doel nooit financieel gewin was, maar het dienen van Suriname. Hij wilde als diplomaat actief worden om internationale investeringen aan te trekken en het imago van Suriname op te bouwen. Die droom werd volgens hem doorbroken toen Santokhi hem op ‘signaal’ liet zetten – een interne veiligheidsmelding die zou voorkomen dat hij Suriname veilig kon binnenkomen.
“Ik, die man zijn president heb gemaakt, kon mijn eigen land niet meer bezoeken. Wat zegt dat over leiderschap?”
De timing van het interview – vlak voor de verkiezingen van 25 mei 2025 – is opvallend. Abdoellah zegt dat hij niets meer verlangt van de regering of Santokhi, maar wil dat het Surinaamse volk de waarheid kent. Hij roept op tot bewustwording en waarschuwt het volk voor wat hij noemt “een tweede dictatuur in vermomming.”
“Mijn volk moet weten met wie ze te maken hebben. Niet weer voor een honderd SRD je stem verkopen. Denk aan je kinderen, je gezondheid, je toekomst.”
Het interview is explosief, persoonlijk en politiek geladen. Abdoellah gebruikt stevige taal, noemt namen van politici, en beschuldigt de president van spiritueel verraad en machtsmisbruik. Zijn uitlatingen raken niet alleen aan Santokhi als persoon, maar ook aan het bredere beeld van de politieke elite in Suriname.
Of zijn uitspraken gevolgen zullen hebben, valt nog te bezien. Maar dat ze een nieuwe golf van publieke discussie op gang brengen – zeker in verkiezingstijd – staat buiten kijf.
Lees ook: