Op de vooravond van de verkiezingen wordt Suriname geconfronteerd met misschien wel het grootste politieke schandaal in haar moderne geschiedenis. Een schandaal dat niet alleen draait om verdwenen miljarden, maar ook om een land dat al vijftig jaar wacht op de welvaart die haar nooit bereikt. Waar is het geld? Wie stal de toekomst van onze kinderen?
Sinds de onafhankelijkheid in 1975 wordt het Surinaamse volk steeds weer dezelfde droom verkocht: dat onze bodem rijk is, dat we goud, bauxiet, olie, gas en hout hebben – genoeg om een klein land als het onze bloeiend te maken. Maar elk jaar dat voorbijging bracht geen rijkdom, maar meer schulden, meer armoede en meer migratie. Terwijl de grondstoffen de bodem uit werden geschept, bleef voor de bevolking enkel stof en belofte over.
Nieuwe onthullingen rond de Canadese multinational IAMGOLD laten zien hoe diep de corruptie zit. Econoom Anand Biharie en een internationale klokkenluider brachten documenten boven water die een geraffineerd systeem van verduistering, witwassen en staatsverraad blootleggen.
Een deel van het goud verlaat Suriname vermomd als ‘waste material’ via de haven van Paramaribo. Scheepsladingen worden zonder controle geëxporteerd naar Dubai, waar goudraffinaderijen het omzetten in baar goud. De winsten? Verdeeld via buitenlandse rekeningen, buiten het zicht van belasting, buiten het zicht van de staat.
Een land dat rijk is aan goud, zou geen leningen hoeven afsluiten. Toch blijft Suriname geld lenen bij het IMF. Waarom? Omdat de opbrengsten van onze bodem niet naar de staatskas, maar naar privé-rekeningen gaan. En waarom zijn er zelden onderzoeken?
Omdat corruptie institutioneel is geworden. Omdat de poppenkast in het parlement door dezelfde mensen wordt bespeeld die achter de schermen samen eten van dezelfde pot. Ambtenaren die klokken luiden, worden geïntimideerd of ontslagen. Dossiers verdwijnen. Niemand durft echt in te grijpen.
De schade wordt geschat op 8 tot 15 miljard dollar. Geld waarmee we ziekenhuizen konden bouwen, scholen moderniseren, onze wegen herstellen, onze jongeren hoop bieden. Maar die rijkdom verdween – via brievenbusfirma’s, geheime contracten en buitenlandse villa’s.
De Amerikaanse SEC onderzoekt de zaak. Internationale arrestaties zijn niet uitgesloten. Ondertussen staat Suriname op een kruispunt. Deze verkiezingen zijn geen gewone verkiezingen. Ze gaan over het terugvorderen van ons land. Over het beëindigen van een systeem waarin rijkdom collectief wordt opgewekt, maar privé wordt geplunderd.
Wat dit dossier nog schrijnender maakt, is niet alleen de stilte van de media, maar ook de politieke cultuur waarin een ‘onzichtbare hand’ achter de schermen bepaalt wie mag opstaan en wie wordt neergesabeld. Oud-minister Saskia Walden, die recentelijk de VHP verliet, sprak openlijk over die onzichtbare hand – invloedrijke figuren die ministers onder druk zetten om wetten te omzeilen, opdrachten te manipuleren, en corruptie te negeren. Walden gaf aan dat zelfs de president soms geen weerstand kon bieden aan deze invloed.
Zij werd in haar eerste ministersjaren al benaderd met verzoeken om tegen de comptabiliteitswet in te handelen. Toen zij dit weigerde, werd zij uit het machtscentrum gemanoeuvreerd. Haar boodschap is pijnlijk helder: wie het systeem van vriendjespolitiek en raciale bevoordeling wil aanpakken, wordt zelf buitenspel gezet.
En waar is de media? Terwijl de feiten al jaren op tafel liggen – documenten, namen, bedragen – kiezen veel Surinaamse media voor stilzwijgen. In plaats van onderzoek, is er angst. In plaats van vragen stellen, worden persberichten overgenomen.
ATV verwijderde artikelen en bood excuses aan. GFC Nieuws haalde een kritisch stuk offline op advies van hun raadman. Starnieuws plaats geen opinie of artikelen die ergens anders online staan. En zo blijven de machtigen onaangetast. Als journalisten zwijgen, wie spreekt dan voor het volk?
In een land waar rook bijna altijd brand betekent, mogen we geen media hebben die pas schrijven als het vuur al geblust is. Suriname verdient een vrije pers. Suriname verdient waarheid. Suriname verdient gerechtigheid.
We hebben genoeg gezien. Genoeg gehoord. We weten nu hoe het werkt. De vraag is: durven we nog te hopen? Durven we te kiezen voor leiders die niet hun eigen zakken vullen, maar het land opbouwen?
Want Suriname verdient beter. Kies 25 mei bewust.
Lees ook