In de Palestijnse stad Sinjil, ten noorden van Ramallah, zijn Israëlische bulldozers begonnen met het nivelleren van grote stukken landbouwgrond om de bouw van een nieuwe afscheidingsmuur mogelijk te maken. Dit project, dat volgens lokale bronnen op 29 september 2024 is gestart, is een onderdeel van Israëlische plannen om Palestijnse dorpen te isoleren van belangrijke verbindingswegen en omringende Israëlische nederzettingen. De muur zal naar verluidt Sinjil volledig scheiden van de hoofdweg, Route 60, een belangrijke weg die door de bezette Westelijke Jordaanoever loopt.
De geplande muur zal ernstige gevolgen hebben voor de Palestijnse boeren in het gebied, aangezien het een groot deel van de landbouwgrond van de bewoners in beslag neemt. Lokale bronnen melden dat de Israëlische autoriteiten hebben aangekondigd dat zij 15 dunums (ongeveer 15.000 vierkante meter) grond zullen confisqueren voor de bouw van de muur. Deze maatregel zal de inwoners van Sinjil dwingen om alternatieve, langere routes te gebruiken om toegang te krijgen tot hun landbouwgrond en andere nabijgelegen steden. Dit bemoeilijkt niet alleen hun dagelijks leven, maar bedreigt ook hun economische bestaansmiddelen, omdat veel van de in beslag genomen grond vruchtbare landbouwgrond is.
De muur is ontworpen om de Palestijnse dorpen Sinjil en Turmus-Aya te scheiden van de omliggende Israëlische nederzettingen en de militaire bases die deze gebieden controleren. Het project lijkt gericht op het versterken van Israëlische controle over de regio door Palestijnse gemeenschappen verder te isoleren en de uitbreiding van nederzettingen te faciliteren. Lokale Palestijnse leiders en activisten hebben gewaarschuwd dat de muur de dorpen zal omringen en hen zal veranderen in afgesloten enclaves zonder directe toegang tot essentiële infrastructuur en hoofdwegen.
Sinds de Oslo-akkoorden in de jaren negentig is het merendeel van het land rond Sinjil geclassificeerd als ‘Area C’, wat betekent dat Israël de volledige controle heeft over zowel de veiligheid als het bestuur in het gebied. Ongeveer 56% van de grond in Sinjil valt onder deze classificatie, en de geplande muur zal verder bijdragen aan de toenemende Israëlische controle over deze gebieden. Volgens lokale activisten is de bouw van de muur slechts een stap in een bredere strategie om de Israëlische nederzettingen uit te breiden en de Palestijnse bevolking in de regio te verdringen.
De bewoners van Sinjil en omliggende dorpen hebben al juridische stappen ondernomen om de bouw van de muur te stoppen. Zij voeren aan dat de bouw een ernstige schending is van hun mensenrechten en dat het hun toegang tot landbouwgrond en andere levensvoorzieningen beperkt. Ook internationale organisaties hebben zich uitgesproken tegen de bouw van de muur en de bredere Israëlische nederzettingsactiviteiten op de Westelijke Jordaanoever. Deze praktijken worden door veel landen en organisaties gezien als schendingen van het internationale recht en als obstakels voor vrede in het Midden-Oosten.
Ondanks deze bezwaren gaat de bouw van de muur vooralsnog door, waardoor de spanningen in de regio verder oplopen. De situatie in Sinjil is een duidelijk voorbeeld van hoe de Israëlische nederzettingspolitiek de Palestijnse bevolking treft en hun toegang tot land en middelen steeds verder beperkt.
De bouw van een nieuwe afscheidingsmuur in Sinjil, ten noorden van Ramallah, brengt grote gevolgen met zich mee voor de Palestijnse bevolking. Terwijl Israël beweert dat de muur nodig is voor de veiligheid van Israëlische nederzettingen, worden Palestijnse gemeenschappen afgesneden van hun landbouwgrond en economisch ondermijnd. De bouw van de muur leidt niet alleen tot verlies van grond, maar dreigt ook de bredere regionale spanningen in de bezette gebieden verder aan te wakkeren.