Tijdens een recente openbare bijeenkomst heeft vicepresident Ronnie Brunswijk harde kritiek geuit op Annand Jagesar, directeur van Staatsolie. Brunswijk, die zijn ontevredenheid niet onder stoelen of banken stak, bekritiseerde Jagesar’s opmerkingen over het beheer van de olie-inkomsten en het risico van onverantwoord beleid. Deze opmerkingen, gemaakt tijdens een persconferentie van Jagesar, suggereerden volgens Brunswijk dat het huidige bestuur van Suriname niet capabel genoeg zou zijn om de inkomsten op een duurzame manier te beheren.
Brunswijk’s reactie volgt op Jagesar’s pleidooi om voorzichtig om te gaan met de miljarden aan olie-inkomsten die Suriname de komende jaren kan verwachten. Volgens Jagesar is het van groot belang dat deze inkomsten worden geïnvesteerd in de lange-termijnontwikkeling van het land en niet in populistische projecten die slechts tijdelijk voordeel bieden.
Brunswijk interpreteerde deze opmerkingen als een impliciete aanval op de regering en wees erop dat Jagesar zich niet moest bemoeien met politieke zaken. De vicepresident benadrukte dat het volk de uiteindelijke beslissingen neemt in een democratie en dat Jagesar zichzelf eerst moet “spiegelen” voordat hij anderen bekritiseert.
Naast de politieke spanning beklaagde Brunswijk zich ook over het gebrek aan transparantie binnen Staatsolie. Hij wees erop dat een groot deel van de projecten exclusief lijkt te worden uitgevoerd door het bedrijf Kuldipsingh, wat volgens hem oneerlijk is tegenover andere ondernemingen in Suriname. Hij drong erop aan dat Jagesar duidelijkheid verschaft over de bestemming van de meer dan 10 miljard USD aan investeringen die voortvloeien uit de Final Investment Decision (FID) voor de oliesector(Suriname Nieuws Centrale). Brunswijk eiste dat Staatsolie meer openheid biedt over de manier waarop deze fondsen worden besteed en welke gemeenschappen hier baat bij zullen hebben.
De discussie tussen Brunswijk en Jagesar legt de spanningen bloot die spelen rondom het beheer van Suriname’s toenemende olie-inkomsten. Terwijl Staatsolie zich richt op strategische investeringen en duurzame ontwikkeling, zijn er vanuit de politiek zorgen over de eerlijke verdeling van de opbrengsten en de betrokkenheid van diverse bedrijven. Deze situatie roept bredere vragen op over de toekomst van de Surinaamse oliesector en de verantwoordelijkheid van zowel de overheid als het bedrijfsleven om het land in deze cruciale fase naar duurzame groei te leiden.