De Chinese mijnbouwgigant Chinalco is geen onbekende naam in de wereld van grondstoffenwinning. Het bedrijf, dat momenteel onderwerp is van protesten in Suriname, heeft wereldwijd een spoor van destructie achtergelaten. Een van de meest spraakmakende voorbeelden is de massale verhuizing van een Peruaanse stad in 2013 om plaats te maken voor een mijnbouwproject. Tien jaar later spreken experts over een “tragedie”. En dit is niet het enige voorbeeld. Afrika heeft vergelijkbare ervaringen met de schimmige praktijken van Chinalco en andere Chinese mijnbouwbedrijven. Wat betekent dit voor Suriname? En waarom moet deze deal koste wat kost gestopt worden?
In 2013 verhuisde Chinalco het volledige dorp Morococha in centraal Peru – een gemeenschap van 5.000 inwoners – om ruimte te maken voor de uitbreiding van de Toromocho-kopermijn. Het werd destijds gepresenteerd als een modelproject, waarbij beloften werden gedaan over sociale vooruitgang, milieubescherming en werkgelegenheid voor de lokale bevolking.
Maar tien jaar later klinkt een ander verhaal. De journalist Joselyn Jaua, die zich richt op milieuproblematiek en gemeenschappen in Peru, verklaarde dat de situatie voor zowel de verplaatste als achtergebleven bewoners is verslechterd. In plaats van de beloofde economische vooruitgang, is er sprake van toenemende armoede en een achteruitgang in leefomstandigheden.
De les? Chinalco beloofde goud, maar leverde ellende. De lokale bevolking werd verplaatst, bedrogen en achtergelaten in armoede.
Afrika is inmiddels bekend met de roofbouwmethoden van Chinese mijnbouwbedrijven. Chinalco en andere Chinese mijnbouwgiganten hebben met agressieve investeringen landen als Guinee en de Democratische Republiek Congo binnengehaald. Wat blijkt? De beloofde economische vooruitgang blijft uit, terwijl de negatieve gevolgen overduidelijk zijn:
In Guinee, een van de grootste bauxietproducenten ter wereld, heeft Chinalco zwaar geïnvesteerd in mijnbouw. Resultaat? Milieuverwoesting, sociale spanningen en uitbuiting van de bevolking. In de Democratische Republiek Congo controleert China vijftien van de negentien kobaltmijnen, goed voor 70% van de wereldwijde productie. De Congolese bevolking? Uitgebuit en verwaarloosd.
In Suriname groeit de weerstand tegen Chinalco’s plannen. Lokale organisaties, waaronder het Stop Chinalco-initiatief, waarschuwen voor milieuvervuiling, aantasting van inheemse leefgebieden en corruptie in de mijnbouwsector.
Belangrijke vragen:
Het antwoord ligt voor de hand: Suriname dreigt dezelfde fouten te maken als Peru en Afrika.
Suriname moet leren van Peru en Afrika. Chinalco’s geschiedenis bewijst keer op keer dat hun belangen niet liggen bij de bescherming van gemeenschappen, maar bij maximale winst. Het Peruaanse en Afrikaanse voorbeeld bieden Suriname de kans om kritisch te kijken naar de mijnbouwplannen van Chinalco en om preventief maatregelen te nemen. Of beter nog: de deal volledig af te blazen.
Dit is het moment voor de regering, activisten en burgers om de geschiedenis niet te laten herhalen. Zodra de mijnbouwactiviteiten beginnen, is het te laat om nog in te grijpen. De enige manier om de schade te voorkomen is NU actie te ondernemen en deze deal te blokkeren.
De toekomst van Suriname staat op het spel. Wie zal haar beschermen?
Rinieuws blijft deze ontwikkelingen op de voet volgen.