De politieke situatie in Suriname is opnieuw gespannen door onenigheid binnen de coalitieregering van president Chan Santokhi. De vacante post van Minister van Binnenlandse Zaken (BiZa) is uitgegroeid tot een twistpunt tussen de twee grootste coalitiepartners, de VHP (Vooruitstrevende Hervormingspartij) en de ABOP (Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij), terwijl de kleinere coalitiepartner, de Pertjajah Luhur (PL), naar adem hapt in de verhitte discussies.
De post van Binnenlandse Zaken kwam vacant na het vertrek van Bronto Somohardjo van de PL, die onder politieke druk besloot af te treden. Hoewel Somohardjo zijn vertrek toeschrijft aan een persoonlijke beslissing om president Santokhi te ontlasten, blijft er controverse rondom zijn ontslag. Somohardjo hoopt dat een lopend onderzoek door de CLAD (Centrale Landsaccountantsdienst) zijn naam zal zuiveren van beschuldigingen. In zijn afwezigheid heeft Santokhi, de VHP-leider, besloten om de waarneming van deze post tijdelijk toe te wijzen aan Steven Mac Andrew, de huidige minister van Arbeid.
Deze tijdelijke benoeming heeft echter kwaad bloed gezet bij vice-president en ABOP-leider Ronnie Brunswijk. Hij beschouwt deze beslissing als een stap tegen de eerder gemaakte coalitieafspraken, waarbij de ABOP een rol zou spelen in de benoeming van ministers binnen de belangrijkste departementen van de regering. Brunswijk heeft openlijk kritiek geuit en vraagt om een snellere invulling van de positie door een door de ABOP gesteunde kandidaat.
In de wandelgangen circuleren verschillende namen als potentiële kandidaten voor de definitieve invulling van de BiZa-post. Onder andere de voormalige VHP-ministers Maurits Hassankhan en Urmila Ramlangansing worden genoemd, evenals het ABOP-kopstuk Stanley Betterson. Echter, PL-voorzitter Paul Somohardjo heeft erop aangedrongen dat de PL, als oorspronkelijke houder van deze ministerspost, de eerste rechten heeft om een kandidaat voor te dragen.
De huidige gang van zaken benadrukt de broze relatie tussen de coalitiepartners. De ABOP en VHP, de twee grootste partijen binnen de regering Santokhi-Brunswijk, staan opnieuw lijnrecht tegenover elkaar in hun visies op de invulling van ministeriële posten. De PL, de kleinste partij binnen de coalitie, heeft herhaaldelijk gewezen op de eerder gemaakte afspraken en de verdeling van ministersposten binnen het coalitieakkoord.
President Santokhi heeft benadrukt dat hij rust wil creëren rondom deze kwestie. De functie van minister van Binnenlandse Zaken is cruciaal voor de veiligheid, stabiliteit en organisatie van het binnenlands beleid. In zijn verklaring gaf hij aan dat hij op zoek is naar een deskundige kandidaat die in staat is om leiding te geven aan het departement, gezien de groeiende uitdagingen op het gebied van nationale veiligheid en efficiënt bestuur. Hij verwacht het benoemingsproces zo snel mogelijk te hervatten.
Volgens politiek analisten is het essentieel voor de coalitieregering om snel tot een oplossing te komen om verdere verdeeldheid te voorkomen. De aanhoudende conflicten en onzekerheden kunnen de stabiliteit van de regering in gevaar brengen, vooral nu het vertrouwen van het volk onder druk staat door economische uitdagingen en controverses over beleid.
De situatie rondom de invulling van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft opnieuw aangetoond hoe fragiel de coalitie van de VHP, ABOP en PL is. Deze regeringsperiode is al gekenmerkt door herhaaldelijke conflicten en onenigheden over beleidskeuzes, benoemingen en verdeling van macht. De ABOP en VHP zijn vaak verdeeld over de koers van de regering, en het onderwerp van Binnenlandse Zaken blijkt nu een zoveelste test voor de cohesie binnen de regering.
Met een potentiële verkiezing in de nabije toekomst moeten de coalitiepartners een balans vinden tussen hun eigen politieke belangen en de noodzaak om gezamenlijk te regeren. Observatoren wijzen erop dat het blijven uitstellen van beslissingen en het vasthouden aan partijbelangen het vertrouwen van het Surinaamse volk in de coalitie kan aantasten.
