Paramaribo, 8 april 2025. In de rechtszaal heerst stilte, maar de documenten spreken boekdelen. Aannemingsmaatschappij Baitali N.V. daagt de Staat Suriname voor het gerecht. Niet omdat ze verloren heeft in een eerlijke aanbesteding, maar omdat ze geen eerlijke kans kreeg. Wat zich hier afspeelt, is geen juridisch detail — het is een democratisch defect.
Baitali werd door het ministerie van Openbare Werken (OW) uitgenodigd om in te schrijven op een miljoenenproject voor de rehabilitatie van wegen in Nickerie en Sipaliwini. Alles leek volgens het boekje. Totdat bleek dat exact hetzelfde project ook werd aanbesteed door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). Niet via de officiële kanalen, maar via een post op Facebook. Geen landsbreed dagblad, geen Advertentieblad, geen transparantie. Pure minachting van de aanbestedingsregels (AWS 1996).
Toen Baitali, ondanks eerdere deelname, het bestek bij LVV wilde kopen, werd de toegang geweigerd. Verplichtingen zoals een informatiebijeenkomst waren al voorbij. Het spel was al gespeeld, de kaarten geschud achter gesloten deuren. En zoals verwacht: het werk werd gegund aan een derde partij — Shiwan Tushan Suriname N.V. — zonder duidelijke rechtvaardiging, zonder heldere procedure.
Wat dit incident extra wrang maakt, is de geur van geïnstitutionaliseerde corruptie die eromheen hangt. Deze dubbele aanbesteding is geen op zichzelf staand incident, maar een symptoom van een politiek systeem waarin machtige figuren binnen partijen de regels buigen ten voordele van hun inner circle. Er wordt niet meer gegund op basis van kwaliteit of prijs, maar op basis van nabijheid tot de macht. In dit klimaat worden aanbestedingen niet gewonnen — ze worden geregeld.
Deze politieke cultuur, gevoed door ondoorzichtigheid en een gebrek aan verantwoording, vreet aan het fundament van de democratie. Als ministers en hoge ambtenaren in de praktijk hun eigen wetten maken, is corruptie geen uitzondering meer — het is beleid.
In een poging zichzelf te beschermen tegen dit overheidsbedrog stapte Baitali naar de rechter. De feiten logen er niet om: schending van termijnen, onvolledige communicatie, het weigeren van bestekken, het negeren van gelijke behandeling. AWS 1996 werd aan alle kanten vertrapt. En de rechter greep in: voorlopig geen uitvoering van het project totdat er een inhoudelijk vonnis ligt.
Maar de schade is al deels geschied. Hoeveel ondernemers, hoe veelvuldige investeerders, hoe vaak nog moet het vertrouwen in de rechtsstaat op deze manier worden ondermijnd?
De ware tragedie hier is niet alleen wat Baitali overkomt, maar wat het blootlegt: een overheid die selectief regels toepast. Een systeem waarin wetten gelden zolang ze politiek goed uitkomen. Ministers en ambtenaren die zich verschuilen achter stilzwijgen, terwijl het vertrouwen van burgers en bedrijven wordt geërodeerd.
Waar zijn de verantwoordelijken binnen OW en LVV? Wie gaf opdracht tot deze dubbele aanbesteding? En waarom wordt er geen parlementair onderzoek gestart? Dit gaat niet over Baitali alleen. Dit gaat over iedereen die ooit eerlijk wil meedingen in een publieke aanbesteding. Over elk bedrijf dat niet beschikt over politieke connecties maar wel over technische capaciteiten.
De AWS 1996 is geen papieren tijger. Het is een waarborg voor eerlijkheid, voor transparantie, voor vertrouwen. Als de Staat zelf die wetten ondermijnt, wordt zij van bewaker tot bedreiging van de rechtsstaat. En dan zijn rechters de laatste muur tussen burger en bureaucratische willekeur.
Baitali vocht. En voorlopig won zij het eerste gevecht. Maar de vraag blijft: hoeveel andere bedrijven hebben zich in stilte neergelegd? Hoeveel projecten zijn al op soortgelijke wijze gegund? En hoeveel belastinggeld is daarin verdampt?
Suriname heeft geen tekort aan regels. Het heeft een tekort aan bestuurders met ruggengraat.
De ogen zijn nu gericht op het vervolg. Niet alleen op het vonnis, maar op de politieke moed om dit systeem op te ruimen. Want als zelfs de wet niet veilig is, wie dan wel?