Filipijnse regeringstroepen hebben in de provincie Masbate zeven leden van het Nieuwe Volksleger (NPA) gedood na een reeks vuurgevechten. De soldaten troffen zeven automatische geweren en twee granaatwerpers aan, terwijl minstens acht rebellen wisten te ontkomen.
Volgens het leger is de communistische opstand in de eilandprovincie op zijn laatste benen. In de regio zouden nog maar een paar dozijn zwaarbewapende strijders actief zijn, terwijl er ooit duizenden NPA-rebellen waren. De militairen roepen de overgebleven guerrilla’s op zich over te geven en deel te nemen aan reïntegratieprogramma’s van de overheid.
De NPA voert al meer dan vijftig jaar een gewapende strijd tegen de Filipijnse staat. Onder president Duterte strandden vredesgesprekken, maar het leger zegt dat recente successen aantonen dat de beweging haar greep verliest.