Tijdens een recente toespraak heeft de regering opnieuw haar beloftes aan de samenleving herhaald. Na een periode van zware offers, kritiek en protesten zegt de regering klaar te zijn om “terug te geven”. Maar hoe vaak zijn dergelijke beloftes in het verleden niet gedaan zonder tastbare resultaten? Hoewel de aangekondigde maatregelen hoopgevend klinken, roept het gebrek aan vertrouwen in de uitvoering kritische vragen op.
De aankondiging van een 5% verhoging op de REIT en de incorporatie van SRD 3500 in het bruto salaris klinkt op het eerste gezicht veelbelovend. Maar voor veel burgers voelt dit als een herhaling van eerdere stappen die slechts beperkt effect hadden. De regering zegt dat de impact van deze maatregelen zal worden geëvalueerd, maar concrete plannen voor monitoring blijven vaag. Bovendien blijft de vraag open hoe deze verhogingen zich verhouden tot de aanhoudende inflatie en stijgende kosten van levensonderhoud.
Het opschonen van de lijsten bij sociale zaken wordt gepresenteerd als een belangrijke stap om misbruik tegen te gaan en middelen efficiënter in te zetten. Maar voor veel mensen die afhankelijk zijn van deze steunprogramma’s roept dit vooral zorgen op. Hoe lang gaat deze “opschoning” duren, en wie controleert of het proces eerlijk verloopt? Het risico bestaat dat mensen die nu al in nood verkeren langer moeten wachten voordat ze hulp krijgen.
Het voedselprogramma met steun uit India, dat maandelijks 150.000 pakketten moet leveren, klinkt ambitieus. Toch zijn er vragen over de logistiek en transparantie. Hoe wordt gegarandeerd dat deze voedselpakketten de meest kwetsbare huishoudens bereiken en niet worden ingezet voor politieke of persoonlijke belangen? In het verleden zijn dergelijke programma’s niet altijd vlekkeloos verlopen.
De regering claimt vooruitgang te boeken in het oplossen van grondconflicten, maar erkent zelf dat er nog aanzienlijke achterstanden zijn. Dit is niet de eerste keer dat beloften worden gedaan over het aanpakken van deze conflicten. Veel burgers wachten al jaren op duidelijkheid, en eerdere pogingen om grondproblemen op te lossen zijn vaak vastgelopen in bureaucratie en politieke verdeeldheid.
Woningbouw blijft een terugkerend thema, maar ook hier stuit men op oude problemen. De regering wil opnieuw met banken praten om de voorwaarden voor woningbouwleningen te versoepelen, maar dergelijke gesprekken hebben in het verleden weinig opgeleverd. Voor veel Surinamers blijft de droom van een eigen woning daardoor nog steeds onbereikbaar.
Hoewel de regering benadrukt dat deze plannen het resultaat zijn van dialoog en samenwerking, is het vertrouwen van de samenleving broos. De bevolking heeft in het verleden talloze beloftes gehoord over hervormingen, verbetering van levensomstandigheden en koopkrachtversterking. Te vaak bleven die beloftes steken in woorden zonder daden.
De regering zegt dat “it’s time to give back”, maar de vraag is hoe lang het volk nog moet wachten op echte resultaten. Transparantie en verantwoording zijn essentieel, maar op dat vlak blijft het stil. Wanneer worden concrete deadlines en meetbare doelen gepresenteerd?
Wat wel duidelijk is, is dat de samenleving de afgelopen jaren enorme veerkracht heeft getoond. Terwijl hervormingen werden doorgevoerd, bleef de bevolking vechten tegen stijgende kosten, werkloosheid en economische onzekerheid. Dit geduld heeft zijn grenzen, en terecht. Als de regering dit moment niet aangrijpt om daadwerkelijk te leveren, kan het vertrouwen verder afbrokkelen, met alle gevolgen van dien.
De plannen van de regering klinken hoopgevend op papier, maar ze komen niet zonder scepsis. Hervormingen zijn vaker beloofd, en de bevolking heeft geleerd dat woorden weinig waarde hebben zonder concrete actie. De komende maanden zullen bepalend zijn. Of de regering haar beloftes waarmaakt en daadwerkelijk investeert in het verbeteren van het leven van de burgers, of het blijft bij een herhaling van oude patronen. Het is nu aan de regering om te laten zien dat het deze keer anders is. De tijd van praten is voorbij.