Verhitte debat in de Tweede Kamer over de houding van de Nederlandse regering ten aanzien van de Israëlische acties in de Palestijnse gebieden. De minister-president kreeg harde kritiek van oppositieleider Van Baan, die de regering verweet oorlogsmisdaden van Israël niet expliciet te erkennen.
Van Baan betoogde dat diverse internationale instituten, waaronder de VN en Nederlandse rechtbanken, hebben vastgesteld dat Israël oorlogsmisdaden pleegt tegen de Palestijnen. Hij beschuldigde de minister-president van selectieve blindheid, door wel misdaden in andere landen, zoals Myanmar en Oekraïne, te veroordelen, maar niet die van Israël. “Waarom kan de minister-president niet onderkennen dat Israël oorlogsmisdaden pleegt? Is het omdat het om Palestijnse slachtoffers gaat?” vroeg Van Baan.
De minister-president bleef echter bij zijn standpunt en benadrukte dat Nederland altijd diplomatie als de enige oplossing ziet. “Diplomatie is de enige manier om tot een oplossing te komen,” herhaalde hij meerdere malen. Daarnaast gaf hij aan dat elk onderzoek naar de Israëlische acties zijn eigen onafhankelijke verloop moet hebben, en dat de Nederlandse regering dat proces zal respecteren.
Van Baan reageerde fel: “Dat is weer een non-antwoord. De feiten gebeuren voor onze ogen, we zien die genocide op ons televisiescherm.”
Het debat eindigde zonder consensus, waarbij de kloof tussen de oppositie en de regering zichtbaar groot blijft. De discussie rond de Israëlisch-Palestijnse kwestie lijkt voorlopig nog niet beslecht.