De benoeming van voormalig parlementslid en vakbondsleider Reshma Mangre tot onderdirecteur Commerciële Aangelegenheden bij NV Havenbeheer Suriname heeft de afgelopen week geleid tot aanzienlijke ophef in Suriname. Terwijl critici spreken van vriendjespolitiek en belangenverstrengeling, verdedigt Mangre zich krachtig: “Ik ben een hoge boom. En ik ga die wind vangen.”
Op 2 mei 2025 werd Mangre officieel benoemd tot onderdirecteur bij NV Havenbeheer. De beslissing werd genomen tijdens een Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), die volgens Mangre zelf rechtsgeldig en transparant is verlopen. In een uitgebreide reactie in de media stelde ze: “Ik heb jarenlang, 25 jaar ben ik nu in de vakbeweging. Ik heb een bewuste keuze gemaakt.”
Ze benadrukte haar academische achtergrond, waaronder een Master of Science in Sustainable Development, en gaf aan dat de functie in lijn ligt met haar expertise. “Ik ben geen leerkracht. Ik ben een wetenschapper. Ik ben universitair geschoold.”
De benoeming werd met argusogen bekeken door de Bond van Personeel bij NV Havenbeheer (BPHB), die via een kort geding eist dat de aanstelling wordt teruggedraaid. Volgens BPHB-voorzitter Eric Feller is de procedure in strijd met de cao. Interne kandidaten zouden niet de kans hebben gekregen te solliciteren, en de benoeming zou demotiverend werken voor huidig personeel.
Feller stelt bovendien dat Mangre onvoldoende kennis zou hebben van de havenactiviteiten. “De benoeming is zonder overleg met de directie doorgevoerd,” aldus Feller.
Ook binnen de politieke arena blijft het stil rond de benoeming. Volgens ingewijden is de beslissing in de regeringsraad niet unaniem genomen. Minister van Defensie Krishna Mathoera zou zich expliciet hebben uitgesproken tegen de benoeming, wat wijst op verdeeldheid binnen de coalitie.
Critici beschuldigen de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), Mangre’s partij, van het breken van beloftes rond dubbele salarissen en politieke benoemingen. Mangre wees die kritiek van de hand door te stellen dat zij haar functie als parlementariër heeft opgegeven en geen dubbele functie vervult.
In haar verklaring gaf Mangre aan dat haar benoeming legitiem en transparant is verlopen. Ze erkende de publieke onvrede maar benadrukte dat haar keuze persoonlijk en weloverwogen was. “We leven in een democratisch land. Mensen mogen hun mislukken uiten. Maar ik zeg, wanneer ik een keuze heb gemaakt, dan heb ik die keuze voor mezelf gemaakt.”
Ze stelde ook dat de rechter het laatste woord zal hebben in deze kwestie: “Ik kan niet zitten op de stoel van de rechter. De rechter zal dat toetsen en wij respecteren de mening van de rechter.”
De aanstelling van Reshma Mangre is uitgegroeid tot een bredere discussie over politieke benoemingen en integriteit binnen de Surinaamse overheid. Terwijl de juridische strijd voortduurt, zal de uitkomst van het kort geding niet alleen gevolgen hebben voor Mangre zelf, maar ook een precedent scheppen voor toekomstige benoemingen binnen parastatale instellingen.
Of zoals Mangre het zelf verwoordde: “Wij moeten verder gaan tegen de achtergrond van het ontwikkelen van dit land. En ik zet me in om dit land verder te helpen ontwikkelen.”
Lees ook: