
PARAMARIBO – 26 oktober 2025. Wat begon als een technisch staatsrechtelijk vraagstuk, groeit uit tot één van de meest pijnlijke hoofdstukken in de Surinaamse rechtsgeschiedenis. Bestuursdeskundige Van der Zand legt in een recente uitzending bij LIM FM haarfijn uit hoe de benoeming van de procureur-generaal (PG) in augustus 2023 volgens hem in strijd met de grondwet heeft plaatsgevonden.
En wat blijkt? De toenmalige president zou destijds zélf een nieuwe vergaderstructuur hebben “uitgevonden” – eentje die nergens in de grondwet voorkomt.
“De president heeft gekeken hoe hij zonder de wil van de vicepresident de procureur-generaal tóch kon benoemen,” aldus Van der Zand. “Daarmee is in strijd met de grondwet gehandeld — en dat blijft voor eeuwig.”
De kwestie ontstond in augustus 2023, toen vicepresident Ronnie Brunswijk weigerde mee te werken aan de benoeming van de PG. De toenmalige president wilde echter niet wachten. Volgens Van der Zand greep hij naar een staatsbesluit uit 1996 – bedoeld voor de “vormgeving van wettelijke regelingen” – en paste dit eigenhandig aan. In dat besluit werd plots een nieuw orgaan toegevoegd: de “regeringsvergadering”.
Alleen één probleem: zo’n orgaan bestaat helemaal niet in de Surinaamse grondwet.
Om het nog bonter te maken, werd ook een reglement van orde opgesteld – niet via een staatsbesluit, zoals de grondwet voorschrijft, maar via een resolutie.
Daarmee, zegt Van der Zand, heeft de president zowel artikel 127 als artikel 110 van de grondwet geschonden.
Omdat Brunswijk de benoeming blokkeerde, werd volgens Van der Zand een eigen “vergadering” bijeengeroepen – zonder de vicepresident, zonder wettelijke basis, maar mét een duidelijke agenda: de benoeming van de PG.
Daarmee werd de benoeming een constitutionele goocheltruc:
een vergadering zonder grondslag, een besluit zonder procedure, en een resolutie die zich voordeed als staatsbesluit.
“Men heeft een compleet orgaan verzonnen om één benoeming door te drukken,” zei Van der Zand.
“Dat is handelen in strijd met de grondwet. Punt.”
Een paar maanden later, in maart 2024, kreeg de PG via resolutie 213 RP ook nog eens vergaande bevoegdheden van de president.
Zo mocht de PG arbeidsovereenkomsten sluiten en zelfs functionarissen aanstellen tot en met schaal 13A – bevoegdheden die normaal gesproken uitsluitend bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken liggen.
Volgens Van der Zand was ook dit een directe schending van de Personeelswet én van het staatsbesluit over de taakomschrijving van departementen.
“De president heeft de PG bevoegdheden gegeven die hij zelf niet eens heeft,” merkt Van der Zand op.
“Alles is in strijd met de grondwet en met de wettelijke taakverdeling binnen de regering.”
De analyse van Van der Zand is vernietigend:
Suriname leeft volgens hem al jaren met uitgeschakelde controlemechanismen.
De Nationale Assemblée, de Raad van Ministers en zelfs het Constitutioneel Hof – allemaal zwegen ze toen de grondwet openlijk werd omzeild.
“De bal ligt bij het bevoegd gezag,” zegt hij. “De uitvoerende en wetgevende macht hebben de plicht om deze fout te corrigeren. Anders moeten we ophouden met praten over een rechtsstaat.”
De kwestie raakt de kern van het staatsbestel:
kan een president, door één resolutie te tekenen, de grondwet herschrijven?
En als dat kan — wat blijft er dan nog over van de scheiding der machten waarop elke democratie steunt?
Voorlopig blijft het stil. Geen correctie, geen parlementaire vragen, geen constitutionele toetsing.
Alleen een groeiend ongemak bij burgers die zien dat zelfs de benoeming van de hoogste magistraat — de bewaker van de wet — zelf onwettig tot stand kwam.
Fragment: LIM FM