De BRICS-groep, bestaande uit Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, groeit in geopolitiek belang en heeft recentelijk nieuwe leden verwelkomd, waaronder Indonesië en Egypte. Hoewel de groep ambitieuze plannen heeft om een tegenwicht te bieden aan het Westen, kent BRICS interne uitdagingen die de samenwerking bemoeilijken. Deze uitdagingen komen voort uit verschillende politieke systemen, economische belangen en beleidsprioriteiten.
Een van de grootste obstakels binnen BRICS is de diversiteit aan economische modellen en politieke structuren. Terwijl China en Rusland sterk gecentraliseerde staten zijn met autoritaire leiders, hebben India, Brazilië en Zuid-Afrika democratische regeringen. Dit leidt tot fundamentele verschillen in beleidsvorming en governance, die directe gevolgen hebben voor de samenwerking. China, als grootste economie binnen BRICS, heeft vaak een dominante rol in besluitvorming, wat wrijving veroorzaakt bij landen zoals India, die hun eigen soevereiniteit willen behouden. Rusland, dat onder zware westerse sancties staat, zoekt binnen BRICS meer economische samenwerking, terwijl India en Brazilië liever een evenwicht bewaren tussen samenwerking met het Westen en de BRICS-groep.
Energie en klimaat vormen eveneens een splijtzwam binnen BRICS. Landen zoals Rusland en Saoedi-Arabië, die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, verzetten zich tegen harde klimaatmaatregelen. Brazilië en Zuid-Afrika daarentegen pleiten voor snellere verduurzaming en internationale klimaatfinanciering. De druk op BRICS om een gezamenlijk klimaatbeleid te formuleren groeit, vooral nu internationale conferenties zoals de COP-bijeenkomsten steeds meer aandacht vestigen op mondiale samenwerking. Dit zorgt voor een spanningsveld tussen landen die prioriteit geven aan economische groei via fossiele brandstoffen en landen die klimaatverandering als een existentiële dreiging beschouwen.
Met de recente uitbreiding van BRICS groeit de invloed van de groep, maar dit brengt ook coördinatieproblemen met zich mee. De nieuwe leden hebben uiteenlopende economische en geopolitieke belangen, waardoor het lastig is om als blok eensgezind op te treden. De uitbreiding met Indonesië, Egypte en andere landen vergroot de economische diversiteit binnen de groep, maar zorgt ook voor bureaucratische complexiteit. Nieuwe leden moeten zich aanpassen aan bestaande BRICS-mechanismen, wat tijd en politieke wil vereist. Zonder sterke coördinatie en institutionele structuur kan BRICS zijn slagkracht verliezen in internationale onderhandelingen. De vraag blijft of BRICS zichzelf kan ontwikkelen tot een echte supranationale organisatie of dat het een los samenwerkingsverband blijft zonder diepere integratie.
Ondanks de samenwerking zijn sommige BRICS-landen ook directe economische concurrenten. India en China wedijveren bijvoorbeeld om invloed in Azië en investeren beide grootschalig in infrastructuurprojecten in Afrika en het Midden-Oosten. Dit kan leiden tot onderlinge spanningen, waarbij nationale belangen vaak voorrang krijgen boven gezamenlijke doelen. Daarnaast heeft Rusland, door de oorlog in Oekraïne en de westerse sancties, een verhoogde afhankelijkheid van China ontwikkeld, wat de machtsbalans binnen BRICS verder beïnvloedt.
Hoewel BRICS een krachtige speler in de wereldeconomie wil zijn, blijft de interne samenwerking een uitdaging. De verscheidenheid aan politieke systemen, economische prioriteiten en energiedoelen maken het moeilijk om als blok effectief te opereren. Om zijn ambities te realiseren, zal BRICS een sterkere interne samenhang moeten ontwikkelen en pragmatische compromissen moeten sluiten. Het succes van BRICS op lange termijn hangt af van de mate waarin de leden hun verschillen kunnen overbruggen en een gemeenschappelijke strategie kunnen ontwikkelen.