Het artikel van R. Pinas, gepubliceerd door GFC Nieuws, probeert het idee van een vrouwelijke president af te schilderen als een “gevaarlijk experiment”. Maar bij nader inzien valt op dat zijn argumentatie niets meer is dan een verzameling van drogredenen, verborgen achter pseudo-analytische uitspraken. Laten we zijn beweringen ontleden en blootleggen waarom zijn standpunten niet alleen zwak, maar ook achterhaald zijn.
Pinas vecht tegen een stroman
Pinas stelt dat “het idee dat een vrouw een kans moet krijgen om president te worden naïef en absurd is”. Dit is een klassieke stro-manredenering: hij verzint een argument dat niemand daadwerkelijk maakt en bestrijdt vervolgens die fictieve uitspraak.
De realiteit: Niemand zegt dat een vrouw president moet worden enkel en alleen omdat ze een vrouw is. Wat wél wordt gezegd, is dat vrouwen ook in aanmerking moeten komen op basis van hun kwaliteiten, iets wat historisch gezien in Suriname vaak niet het geval is geweest.
Hij verdraait de discussie opzettelijk om een karikatuur van de tegenpartij te maken. Dit is intellectueel oneerlijk.
“Het presidentschap is geen experiment” – Maar de afgelopen decennia waren dat wel
Pinas zegt: “Het presidentschap is geen experiment waarbij we willekeurig iemand naar voren schuiven.”
Dit roept de vraag op: Waar was deze kritiek toen Suriname in het verleden werd geleid door onervaren of falende mannelijke leiders?
Desi Bouterse werd in 2010 president, terwijl hij geen bestuurlijke ervaring had in een democratisch systeem. Zijn beleid leidde tot economische neergang.
Chan Santokhi beloofde hervorming en transparantie, maar viel terug in patronagepolitiek en vriendjespolitiek.
Brunswijk werd vice-president terwijl hij internationaal bekendstaat om zijn dubieuze verleden.
Wijdenbosch: Mmm laten we niet over hem beginnen.
Dus was het presidentschap in deze gevallen wél een experiment? Als Pinas echt objectief was, zou hij erkennen dat competentie altijd het uitgangspunt zou moeten zijn, ongeacht gender.
Zijn uitspraak is dus hypocriet en selectief toegepast wanneer het hem uitkomt.
“Geen enkel bewijs dat een vrouw het beter zou doen” – Maar mannen hebben het bewezen slechter te doen
Pinas zegt: “Er is geen bewijs dat een vrouw het beter of slechter zou doen.”
De realiteit: Er is wel bewijs dat landen met vrouwelijke leiders vaak beter presteren op gebieden zoals transparantie, corruptiebestrijding en sociale vooruitgang. Onderzoek wijst uit dat landen met vrouwelijke leiders sneller herstellen van economische crises en beter omgaan met gezondheids- en sociale problemen.
Suriname heeft al decennialang een mannelijke machtsstructuur. Het resultaat? Een land dat diepgewortelde corruptie, economische instabiliteit en een gebrek aan effectief bestuur kent.
Als Pinas echt neutraal was, zou hij moeten concluderen dat een vrouwelijk leider een kans verdient, niet omdat ze een vrouw is, maar omdat de alternatieven keer op keer hebben gefaald.
“Een president moet resultaten hebben geboekt – geen enkele vrouw heeft dat”
Hier zegt Pinas iets opvallends: “Niet één vrouw die minister is geweest, heeft écht uitgeblonken.”
Dit is simpelweg onjuist.
De echte vraag is: Waarom noemt Pinas deze vrouwen niet? Omdat het zijn argument volledig onderuit haalt.
Zijn uitspraak is niet alleen feitelijk onjuist, maar verraadt ook een gevestigd seksistisch denkkader waarin vrouwen überhaupt geen eerlijke kans krijgen om zich te bewijzen.
Pinas’ Bangmakerij: “Een vrouwelijke president is spelen met vuur”
Pinas noemt het idee van een vrouwelijke president “spelen met vuur”.
De realiteit: De afgelopen decennia hebben bewezen dat mannen Suriname geen stabiel en bloeiend land hebben opgeleverd.
Waarom zou het risico bij vrouwen liggen, terwijl het falen keer op keer bij mannen heeft plaatsgevonden?
Zijn uitspraak is niets meer dan ongegronde angstzaaierij zonder feitelijke onderbouwing.
R. Pinas is geen analist, maar een verdediger van de status quo
Pinas presenteert zichzelf als een “objectieve waarnemer”, maar in werkelijkheid is hij niets meer dan een verdediger van een falend mannelijk machtsblok.
Zijn argumenten:
– Zijn gebaseerd op stro-manredeneringen
– Zijn hypocriet (kritiek op vrouwelijke kandidaten, maar niet op mannelijke mislukkingen)
– Zijn feitelijk onjuist (negeert succesvolle vrouwen in Surinaamse politiek)
– Zijn doordrenkt van angstzaaierij, zonder enige logische onderbouwing
De realiteit: Competentie bepaalt leiderschap, niet gender.
– De realiteit: Vrouwen verdienen niet omdat ze vrouw zijn een kans, maar ondanks het feit dat mannen keer op keer gefaald hebben.
– De realiteit: Pinas heeft geen enkel valide argument geleverd waarom vrouwen niet net zo goed of zelfs beter zouden kunnen regeren.
Zijn stuk is geen analyse. Het is een verkrampte poging om de oude orde te beschermen.
Geschreven door: L. Richelieu