PARAMARIBO – Het schoolvervoer in Suriname is deze week plotseling stilgevallen. De oorzaak: bushouders hebben al maanden geen betaling ontvangen van de overheid. Met lege brandstoftanks en openstaande rekeningen besloten chauffeurs hun werk neer te leggen. Gevolg: duizenden scholieren kwamen niet op school.
De impact was direct merkbaar. Op sociale media en in de samenleving lieten ouders massaal hun frustratie horen. Een moeder vertelde hoe haar kind tevergeefs klaarstond om naar school te gaan:
“Mijn kind stond vanmorgen klaar, tas op de rug, maar de bus kwam gewoon niet.”
De timing van het probleem roept extra vragen op. Terwijl de regering recent nog aankondigde dat de studietoelage is verhoogd naar 1000 SRD, blijken basisvoorzieningen zoals schoolvervoer niet gegarandeerd.
“Hoe kan de toelage omhooggaan, maar is er geen geld voor schoolbussen?”, vroeg een bezorgde moeder zich af.
De verontwaardiging is niet alleen praktisch, maar ook politiek geladen. Een burger merkte op:
“Ze beloven alles voor de verkiezingen, maar de kinderen zitten gewoon thuis.”
“Als je onderwijs zegt te waarderen, dan begin je bij vervoer,” voegde een ander toe.
Overheid komt met verklaring na ophef
Onder toenemende publieke druk kwam het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur vandaag met een verklaring. In een persbericht van 7 mei laat het ministerie weten dat de achterstallige betalingen deze week alsnog worden overgemaakt. De rekeningen zijn inmiddels verstuurd naar de Centrale Bank van Suriname, die opdracht heeft gekregen tot spoedige uitbetaling.
Het gaat onder andere om betalingen voor april 2025 en de TWK-vergoeding van 15% over januari en februari. Ook het vervoer voor de komende schoolvakantie wordt uitbetaald.
Lees ook:
Vertrouwen blijft kwetsbaar
Hoewel de toezegging tot betaling bij velen enige hoop biedt, blijft het vertrouwen broos.
“Ik geloof het pas als de bus morgen voor de poort staat,” schreef een vader op Facebook.
Anderen wijzen op het structurele karakter van het probleem:
“Laat ze deze keer niet alleen betalen, maar ook op tijd blijven betalen.”
De situatie legt pijnlijk bloot hoe direct gebrekkig beleid voelbaar is in het dagelijks leven van gezinnen. Het roept fundamentele vragen op over prioriteiten, betrouwbaarheid en de politieke wil om daadwerkelijk te investeren in de samenleving.