In een emotioneel betoog heeft de Partij voor de Dieren opgeroepen tot een krachtige verdediging van het demonstratierecht, dat volgens hen fundamenteel is voor een gezonde democratische rechtsstaat. “Juist in tijden van maatschappelijke onrust zijn vreedzame demonstraties cruciaal om stemmen te laten horen,” stelde de partij. Ze herinnerde eraan dat belangrijke maatschappelijke veranderingen, zoals vrouwenkiesrecht en de achturige werkdag, alleen mogelijk waren door vreedzame acties.
De partij uitte haar zorgen over recente politieke voorstellen die het recht op vreedzaam demonstreren dreigen in te perken. “Het criminaliseren van vreedzame demonstranten ondermijnt ons grondrecht op vrije meningsuiting,” klonk het. Politici zouden zich moeten richten op dialoog en samenwerking met demonstranten in plaats van hen weg te zetten als ordeverstoorders.
Ook werd het kabinet opgeroepen om afstand te nemen van “symboolpolitiek” en zich te houden aan de internationale afspraken uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Hierin wordt benadrukt dat demonstreren, inclusief vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid, een essentieel onderdeel is van een functionerende democratie. “Extra repressieve maatregelen of willekeurige verboden leiden slechts tot een chilling effect, waarbij burgers bang worden om hun stem te laten horen.”
Het betoog eindigde met een oproep tot meer politiecapaciteit om het recht op vreedzaam demonstreren te waarborgen, zonder dat dit leidt tot een verharding in de aanpak. De Partij voor de Dieren benadrukte dat een democratische samenleving alleen floreert als er ruimte blijft voor tegengeluid. “Demonstranten zijn niet het probleem, maar het criminaliseren van hun vreedzame acties wel.”