In de politieke arena van Suriname woedt een verhitte discussie rondom vice-president Ronnie Brunswijk en zijn weigering om gehoor te geven aan een oproep van het Openbaar Ministerie (OM). Tijdens een live-uitzending van DTV werd de situatie uitvoerig geanalyseerd, waarbij de vraag centraal stond of Brunswijk juridisch gezien correct handelt en wat de gevolgen hiervan zijn voor de Surinaamse rechtsstaat.
De advocaat van Brunswijk verduidelijkte dat een vice-president slechts in staat van beschuldiging kan worden gesteld als er sprake is van een strafbaar feit gepleegd in functie. Dit is volgens hem niet van toepassing in de huidige situatie. Bovendien wordt benadrukt dat er geen strafbare feiten aan Brunswijk kunnen worden toegeschreven, zoals actieve hulp aan een voortvluchtige. Het enkele weten van een verblijfplaats, zo stelt de advocaat, is niet strafbaar.
Ook Marcel Oostburg, een juridische expert, schoof aan om zijn licht te werpen op de zaak. Hij benadrukte dat de juridische basis van de OM-oproep onzeker is en dat deze zaak een test vormt voor de geloofwaardigheid van het vervolgingsbeleid in Suriname. “Het OM moet transparanter zijn en duidelijkheid geven over de status van Brunswijk in deze zaak. Zonder een officiële status blijft de oproep juridisch en politiek omstreden,” aldus Oostburg.
Ondertussen heeft Brunswijk zelf stelling genomen en zijn veiligheid opgevoerd. Hij suggereerde zelfs dat politieke motieven een rol spelen en waarschuwde voor een mogelijk “noodtoestandscenario” dat de verkiezingen van 2025 kan beïnvloeden. Deze uitspraak heeft tot speculaties geleid over de werkelijke bedoelingen achter de OM-oproep en de spanningen binnen de regeringscoalitie.
De vraag blijft: Is het OM selectief in zijn aanpak, en hoe zal deze zaak de politieke dynamiek in Suriname beïnvloeden?
Pingback: Mathoera: “VP Moet Zich Houden aan de Rechtsstaat” - www.rinieuws.nl