President Santokhi brengt werkbezoek aan Guyana: strategische zet of symbolisch gebaar?

GEORGETOWN, 19 mei 2025 – President Chandrikapersad Santokhi heeft maandag een kort werkbezoek gebracht aan Georgetown, Guyana. Hoewel het bezoek officieel werd gepresenteerd als een strategische stap ter versterking van de economische en diplomatieke banden, rijzen er vragen over de daadwerkelijke impact van deze missie.

Het hoogtepunt van het programma was de opening van het saleskantoor van Guysure Aggregate & Sands Inc., een dochteronderneming van het Surinaamse staatsmijnbouwbedrijf N.V. Grassalco. De keuze om het staatshoofd persoonlijk te laten afreizen voor de ceremonie – op uitnodiging van Grassalco-directeur Wesley Rozenhout – roept kritische geluiden op, zeker gezien de bescheiden schaal van de activiteit en de economische uitdagingen waarmee Suriname momenteel kampt.

Guysure is opgericht met het doel Surinaamse steenslag te verkopen in Guyana, dat kampt met een hoge vraag naar bouwmaterialen als gevolg van zijn olieboom en infrastructuurprojecten. Hoewel deze stap in theorie exportmogelijkheden vergroot en inkomsten kan genereren, blijft onduidelijk hoeveel directe werkgelegenheid het daadwerkelijk oplevert en hoe duurzaam de inkomstenstroom zal zijn.

In zijn toespraak benadrukte president Santokhi het belang van regionale economische integratie en de internationale positionering van Surinaamse staatsbedrijven. Maar critici stellen dat zulke verklaringen zonder concrete langetermijnvisie en transparantie over resultaten weinig gewicht hebben.

Tijdens het bilaterale overleg met president Irfaan Ali kwamen naar verluidt politieke en strategische onderwerpen aan bod, maar over de inhoud en uitkomsten daarvan is tot nu toe weinig gecommuniceerd. Het ontbreken van een gezamenlijke verklaring voedt speculatie dat het bezoek eerder symbolisch dan substantieel was.

De president reisde met een kleine delegatie en keerde later die dag terug naar Suriname. Of deze missie daadwerkelijk zal bijdragen aan structurele economische versterking en diepere bilaterale samenwerking, zal in de komende maanden moeten blijken. Vooralsnog blijft het voor velen een kwestie van afwachten.