Paramaribo, 4 december 2024 – De benoemingen van onderministers bij de ministeries van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) en Binnenlandse Zaken (BiZa) hebben een scherpe scheiding blootgelegd binnen de coalitie van de Surinaamse regering. Wat begon als een routineuze ceremonie op 1 december, waarin president Chan Santokhi de nieuwe functionarissen beëdigde, is uitgegroeid tot een conflict dat juridische en politieke spanningen aan het licht brengt.
De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP), onder leiding van vicepresident Ronnie Brunswijk, heeft zich fel uitgesproken tegen deze benoemingen. De partij beweert dat de president niet autonoom kan beslissen zonder consultatie van de betrokken ministeries en coalitiepartners. Dit roept vragen op over het functioneren van de coalitie en de grenzen van de presidentiële macht.
De kern van het conflict ligt in de vermeende schending van bestuurlijke bevoegdheden. ABOP-fractieleider Obed Kanape verklaarde dat minister Dinotha Vorswijk, verantwoordelijk voor GBB, niet vooraf is geraadpleegd over de benoeming van onderminister Sieuwkoemar Ramsukul. Ook de benoeming van Maurits Hassankhan bij BiZa zou zonder overleg hebben plaatsgevonden.
Volgens de ABOP zijn de presidentiële besluiten niet alleen in strijd met de Grondwet, maar ondermijnen ze ook het vertrouwen tussen coalitiepartners. Tijdens een spoedberaad op 4 december heeft de partij de bevoegdheden van de nieuw benoemde onderministers verworpen. Deze stap, hoewel symbolisch, benadrukt de groeiende verdeeldheid binnen de regering.
De President heeft gereageerd door de kwestie te verwijzen naar een team van juristen, dat de juridische knelpunten rond de benoemingen moet analyseren. Dit team zal advies uitbrengen voordat er op 9 december een definitief besluit wordt genomen. Hoewel dit proces een stap in de richting van transparantie lijkt, rijst de vraag waarom deze juridische analyses niet voorafgaand aan de benoemingen zijn uitgevoerd.
De situatie roept ook vragen op over het leiderschap binnen de coalitie. Als de president en de vicepresident, samen met hun respectieve partijen, geen consensus kunnen bereiken over fundamentele bestuurlijke zaken, wat betekent dit dan voor de stabiliteit van de regering?
De spanningen rond de benoemingen zijn meer dan een juridisch probleem. Ze onthullen een breder politiek vraagstuk: de fragiele samenwerking binnen de coalitie. Het incident toont aan dat machtsverhoudingen tussen coalitiepartners niet stevig genoeg zijn om geschillen achter gesloten deuren op te lossen.
Critici waarschuwen dat deze situatie het vertrouwen in de regering verder kan ondermijnen. Terwijl Suriname voor grote economische en sociale uitdagingen staat, lijkt de politieke top verwikkeld in interne strijd in plaats van gefocust op de problemen van het volk.
De regering heeft nog enkele dagen om een oplossing te vinden. De uitkomst van de regeringstop op 9 december zal bepalend zijn voor de verdere koers van de coalitie. Als er geen duidelijke afspraken worden gemaakt, dreigt dit conflict een precedent te scheppen voor toekomstige geschillen, waardoor de effectiviteit van de regering ernstig wordt belemmerd.
De Surinaamse bevolking kijkt kritisch toe. Het is aan de regering om te bewijzen dat zij in staat is om boven partijpolitiek uit te stijgen en daadkrachtig te regeren. De tijd dringt, en met elk uitstel groeit de onvrede.