PARAMARIBO – In een daad van maatschappelijke ondersteuning heeft het Ministerie van Openbare Werken (OW) een pand aan de Duisburglaan no. 49 in Paramaribo kosteloos ter beschikking gesteld aan Stichting RUMAS. De bruikleenovereenkomst, geldig voor een periode van vijf jaar, werd recentelijk bekrachtigd door de heer S. Kadosoe BSc., directeur van het Directoraat Onderzoek en Dienstverlening, met volmacht van de minister van OW, Dr. Riad Nurmohamed.
Met deze overeenkomst ondersteunt het ministerie een organisatie die zich onvermoeibaar inzet voor de begeleiding en ontwikkeling van jongeren uit kwetsbare sociale posities.
Stichting RUMAS focust zich op jongens tussen de 10 en 25 jaar die onder andere kampen met voortijdig schoolverlaten, het risico lopen maatschappelijk buitengesloten te worden of in aanraking zijn gekomen met het justitiële systeem. Het doel van de stichting is hen te ondersteunen bij het bouwen aan een stabielere toekomst.
Via een combinatie van begeleiding, vaardigheidstrainingen en praktijkgerichte leertrajecten biedt RUMAS perspectief. Jongeren worden onderricht in onder meer bouwkunde, werktuigbouwkunde en schilderwerken. Daarnaast maakt ook gezinsbegeleiding en het opzetten van inkomensgenererende activiteiten deel uit van het holistische programma van de stichting.
Het beschikbaar gestelde pand omvat twee ruime hallen op de begane grond en een bovenhal, ideaal voor de uitvoering van groepsactiviteiten, workshops en trainingen. De stichting heeft bovendien plannen om haar programma verder uit te breiden met tuinbouwonderwijs, mogelijk gemaakt door de beschikbare buitenruimte.
“Deze ruimte biedt niet alleen fysieke capaciteit, maar ook mentale ruimte voor onze jongeren om te dromen, te leren en te groeien. De locatie vormt een stabiele basis van waaruit jongeren hun vaardigheden kunnen ontwikkelen en weer deel kunnen gaan uitmaken van de samenleving.
De ondertekening van de overeenkomst is een directe reactie op het verzoek van Stichting RUMAS om hun diensten structureel op een vaste locatie te kunnen aanbieden. De samenwerking tussen de overheid en de stichting wordt gezien als een voorbeeld van hoe beleidsmakers en maatschappelijke organisaties de handen ineen kunnen slaan voor sociale vooruitgang.
Met de ondertekening van deze bruikleenovereenkomst hoopt men niet alleen meer jongeren te kunnen bereiken, maar ook een blijvende impact te maken op het pad naar sociale inclusie en economische zelfstandigheid.