Jennifer Geerlings-Simons, voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), sprak zondagavond tijdens een partijbijeenkomst in Marowijne haar bezorgdheid uit over de ernstige corruptie in Suriname. Ze gaf aan dat corruptie haar hele leven al speelt, maar dat de situatie nog nooit zo schrijnend is geweest als nu. Volgens haar is er een fundamentele systeemverandering nodig om het probleem effectief aan te pakken – niet alleen in het hele land, maar ook binnen de eigen partij.
Simons riep haar achterban op om in de aanloop naar de verkiezingen alles op alles te zetten. “We hebben genoeg zetels nodig om stevig te staan als partij,” benadrukte ze. Ze wees erop dat de NDP al veel heeft bereikt, maar dat er nog grote uitdagingen zijn, vooral op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. Ze hekelde de situatie waarin kinderen dagelijks honger lijden en pleitte voor een samenleving waarin elk kind zonder zorgen naar school kan.
Samen met partijgenoten Ingrid Bouterse-Waldring en André Misiekaba haalde Simons fel uit naar de huidige regering. Volgens hen heeft het volk de afgelopen jaren zware klappen gekregen. Misiekaba stelde dat de huidige regering veel meer inkomsten heeft gehad dan het vorige kabinet-Bouterse II, met name uit olie en goud, maar dat daar weinig van terechtkomt bij de bevolking. “Waar is dat geld gebleven?” vroeg hij retorisch.
Simons riep het publiek op om de komende drie jaar extra inzet te tonen. Ze wees erop dat de opbrengsten uit de olie-industrie pas in 2028 verwacht worden, en dat die ten goede moeten komen aan het hele volk. Ook pleitte ze voor meer zeggenschap voor de districten over hun eigen ontwikkeling via decentralisatie.
Tot slot onderstreepte Misiekaba dat de rechten van inheemse volken en marrons moeten worden gerespecteerd. “We accepteren niet dat zij als burgers van de tweede rang worden behandeld,” zei hij. Hij gaf aan overtuigd te zijn dat de NDP na de komende verkiezingen weer de macht zal overnemen.
Lees ook: