De spanningen binnen het kabinet lopen op nu de spreidingswet, ondanks herhaald aandringen van minister Faber, opnieuw niet op de agenda van de ministerraad is geplaatst. Premier Dick Schoof benadrukt dat de wet een belangrijk onderdeel is van het regeerakkoord, maar dat er eerst een ‘ordentelijk proces’ moet worden doorlopen. Minister Faber heeft publiekelijk laten weten dat zij de stukken al weken geleden heeft ingediend en begrijpt niet waarom de behandeling wordt uitgesteld.
Premier Schoof verdedigt zijn beslissing om de spreidingswet nog niet te behandelen met het argument dat volledige afstemming binnen het kabinet vereist is. Volgens hem is er geen sprake van tegenwerking, maar van procedurele zorgvuldigheid. Desondanks lijkt zijn uitleg voor sommigen op een strategisch uitstel, ingegeven door politieke gevoeligheden.
De spreidingswet, oorspronkelijk bedoeld om de opvang van asielzoekers eerlijk te verdelen over Nederlandse gemeenten, is inmiddels een politiek explosief dossier geworden. Waar het oorspronkelijke doel pragmatisch leek, heeft de wet nu een symbolische lading gekregen. De huidige coalitie heeft in het hoofdlijnenakkoord afgesproken de wet in te trekken, maar de uitvoering daarvan blijkt complex. Tegenstellingen tussen bestuurlijke noodzaak en politieke boodschap maken van deze wet een splijtzwam binnen het kabinet. De juridische kant van de wet is helder, maar het politieke gewicht dat eraan hangt, maakt besluitvorming uiterst lastig.