Paramaribo — Op 16 december 2024 heeft het Hof van Justitie de strafzaak in hoger beroep tegen de voortvluchtige ex-minister Gillmore Hoefdraad behandeld. De zaak stond op de agenda voor de repliek van de waarnemend procureur-generaal.
Tijdens de zitting heeft de waarnemend procureur-generaal haar repliek gehouden, waarin ze het Hof verzocht om de verweren die tijdens het pleidooi door de verdediging zijn opgeworpen, te verwerpen. Daarnaast vroeg ze het Hof om het eerder uitgesproken verstekvonnis in eerste aanleg te bevestigen. Dit vonnis betreft een veroordeling waarbij Hoefdraad schuldig werd bevonden aan grootschalige corruptie en andere strafbare feiten gepleegd tijdens zijn ambtsperiode als minister van Financiën.
Voortzetting van de zaak
De strafzaak wordt voortgezet op 20 januari 2025 om 10.30 uur. Tijdens deze zitting zal de verdediging met een dupliek reageren op de repliek van de procureur-generaal. Dit vormt een belangrijk moment in de zaak, aangezien de argumenten van beide partijen zullen worden beoordeeld voordat het Hof een definitieve uitspraak doet.
Achtergrond van de zaak
Gillmore Hoefdraad, voormalig minister van Financiën, wordt beschuldigd van betrokkenheid bij grootschalige corruptie, verduistering en andere strafbare feiten die aanzienlijke schade hebben toegebracht aan de economie van Suriname. Hij werd in eerste aanleg bij verstek veroordeeld, aangezien hij voortvluchtig is en zich vermoedelijk buiten het land bevindt.
De zaak wordt nauwlettend gevolgd door zowel de nationale als internationale gemeenschap vanwege de implicaties voor de strijd tegen corruptie en de rechtsstaat in Suriname. Het Hof zal in hoger beroep een definitieve uitspraak doen over de strafmaat en de geldigheid van de eerdere veroordeling.
Belang van de zaak
Deze strafzaak is van groot belang voor Suriname, gezien de impact van de vermeende daden van Hoefdraad op de nationale economie en het vertrouwen van de bevolking in de overheid. De uitkomst zal ook dienen als een belangrijk precedent voor toekomstige zaken met betrekking tot corruptiebestrijding en gerechtelijke transparantie in het land.
