Paramaribo – De strafzaak tegen de verdachten G.v.d.B. en A.B., die beschuldigd worden van gekwalificeerde verduistering in het zogenoemde Kippie-project, is op 5 december 2024 behandeld door de kantonrechter. De zaak draait om de verduistering van gelden die bestemd waren voor de opstart van het project, maar die volgens het Openbaar Ministerie (OM) voor andere doeleinden zijn gebruikt.
Tijdens de zitting van 24 oktober 2024 heeft de officier van justitie een strafeis van drie jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf gedaan voor beide verdachten. Ook werd gevangenneming geëist. De zitting van 5 december stond in het teken van het pleidooi van de verdediging, maar de advocaat van de verdachten vroeg om uitstel, dat door de kantonrechter werd toegekend.
De zaak is nu uitgesteld naar 14 januari 2025, waarop de advocaat zijn pleidooi zal houden. Dit pleidooi zal gericht zijn op het weerleggen van de punten die door de officier van justitie in het requisitoir zijn aangevoerd.
Het Kippie-project betrof een initiatief waarvan het doel was om de lokale economie te stimuleren. De verdachten worden echter beschuldigd van het verduisteren van de voor het project bestemde middelen, waardoor het project niet tot uitvoering is gekomen. Volgens het OM vormt dit een ernstige zaak, gezien de impact op het vertrouwen in openbare projecten en de misbruikte middelen.
De volgende zitting wordt cruciaal voor het verloop van de zaak. De verdediging zal proberen de beschuldigingen te weerleggen, terwijl het OM blijft aandringen op een zware straf. De uitspraak in deze zaak zal naar verwachting een belangrijk precedent scheppen voor soortgelijke zaken in Suriname.
Lees ook: