Met de gebruikelijke plechtigheid sprak president Chandrikapersad Santokhi het Surinaamse volk toe bij de aanvang van een nieuwe werkweek. In zijn boodschap benadrukte hij vrede, eenheid, economische vooruitgang en trots op de Surinaamse identiteit. Maar achter deze retoriek schuilt een diepere realiteit, getekend door politieke instabiliteit, economische crises en groeiende sociale spanningen.
In zijn toespraak stelt de president dat “eenheid in verscheidenheid onze kracht is.” Die uitspraak contrasteert echter scherp met de afgelopen regeerperiode, waarin de coalitie van de VHP scheuren vertoonde. Diverse voormalige bondgenoten, waaronder de ABOP en NPS, trokken zich terug vanwege beschuldigingen van machtsconcentratie en nepotisme binnen de regeringsstructuur. Interetnische spanningen zijn toegenomen, met name tussen Marron- en Hindostaanse bevolkingsgroepen, wat deze bewering ondermijnt.
De president claimt dat “grote vorderingen” zijn geboekt sinds hij aantrad en dat de economie “uitzichtloos” was toen hij het roer overnam. Hoewel het waar is dat Suriname in 2020 op de rand van een default stond en IMF-steun onvermijdelijk was, heeft het daaropvolgende bezuinigingsbeleid vooral de lage inkomensgroepen getroffen. Inflatiepercentages bleven torenhoog (boven 50% in 2022) en de SRD verloor de helft van haar waarde in minder dan drie jaar tijd. De armoede is volgens het Algemeen Bureau voor de Statistiek met 20% toegenomen sinds 2021.
De president spreekt over “duurzame groei en ontwikkeling,” maar dit lijkt vooral gestoeld op hoopvolle vooruitzichten rond de oliewinning door TotalEnergies en APA Corp. De daadwerkelijke productie start echter pas in 2028. Intussen kampen lokale gemeenschappen met milieuschade door illegale mijnbouw, waarvoor de regering onvoldoende regelgeving en handhaving aan de dag legt.
Santokhi roept op tot vrede in een wereld “die steeds meer afglijdt naar conflict.” Ironisch genoeg is de eigen politieke arena in Suriname een toonbeeld van conflict. In 2023 leidde het voorstel tot verhoogde brandstofprijzen tot gewelddadige protesten. Inheemse groepen, zoals de Saamaka, hebben sinds 2022 herhaaldelijk geprotesteerd tegen de inbreuk op hun gronden zonder consultatie, ondanks internationale verdragen zoals het VN-Verdrag inzake Inheemse Volken (ILO 169).
President Santokhi’s oproep tot saamhorigheid en opbouw klinkt inspirerend, maar wringt met de sociale realiteit. Zijn boodschap biedt eerder een spiegelbeeld van het ideale Suriname dan een weerspiegeling van de werkelijke staat van het land. Retoriek en realiteit lopen uit de pas. Suriname staat niet alleen aan het begin van een werkweek, maar op een politiek kruispunt waar vertrouwen en transparantie schaars zijn geworden.
Lees ook: