Paramaribo – De benoeming van Arnold ‘Kadensi’ Boekoeroe tot voorzitter van de presidentiële werkgroep ‘Albina in Ontwikkeling’ heeft tot een storm van kritiek geleid. Boekoeroe, die in 2019 in Frankrijk bij verstek werd veroordeeld voor drugshandel, krijgt nu een prominente functie binnen de overheid. Zijn verleden lijkt daarbij geen obstakel te vormen voor de regering van president Chandrikapersad Santokhi, wat vragen oproept over de integriteit van het politieke systeem in Suriname.
Arnold Boekoeroe werd samen met zijn medeverdachte Cédric Samson veroordeeld wegens de grootschalige smokkel van cocaïne van Suriname en Guyana naar Frankrijk. De verdovende middelen werden via bolletjesslikkers naar Europa gesmokkeld, waar ze deel uitmaakten van een lucratieve drugshandel. Hoewel Boekoeroe ontkende betrokken te zijn, legde de Franse rechtbank hem een straf van acht jaar op. Omdat hij bij verstek werd veroordeeld, geldt er een internationaal aanhoudingsbevel tegen hem.
Volgens een artikel in Sud Ouest (bron) was deze drugsoperatie een goed georganiseerde keten waarbij de leiders buiten schot bleven, terwijl ‘kleinere spelers’ werden opgepakt en berecht. Dit werpt vragen op over de exacte rol van Boekoeroe en de mate waarin hij werd beschermd door een groter netwerk.
Desondanks werd hij onlangs door president Santokhi benoemd tot voorzitter van de werkgroep ‘Albina in Ontwikkeling’, een overheidsorgaan dat zich richt op de verbetering van infrastructuur en economische kansen in het grensgebied met Frans-Guyana.
Boekoeroe’s nauwe banden met de VHP zouden een rol hebben gespeeld in zijn benoeming. De partij, die ooit beloofde schoon schip te maken, wordt nu geconfronteerd met groeiende kritiek over het toewijzen van functies aan personen met een dubieuze achtergrond. Critici beschuldigen Santokhi en zijn regering van vriendjespolitiek en het normaliseren van crimineel gedrag binnen de politieke elite.
Politieke analisten stellen dat de benoeming het vertrouwen in de regering verder ondermijnt. “Een man met een crimineel verleden een overheidsfunctie geven is een klap in het gezicht van elke eerlijke burger,” aldus een anonieme bron binnen de oppositie. “Het lijkt erop dat er geen screeningsproces is voor belangrijke benoemingen, of erger: dat het de regering gewoon niet uitmaakt.”
De nalatigheid van de Surinaamse regering doet denken aan een reeks financiële schandalen in India, waarbij zakenmensen die miljoenenfraudes pleegden spoorloos verdwenen. Jaren later werden sommigen in de Verenigde Staten gearresteerd en gedeporteerd naar India, omdat hun strafbare feiten nooit vergeten waren. Dit roept de vraag op waarom Suriname geen strengere controle hanteert op wie overheidsfuncties bekleedt.
Daarnaast is het opmerkelijk dat Frankrijk wel degelijk in staat was om andere betrokkenen in deze zaak op te sporen en berechten, terwijl Boekoeroe, ondanks zijn prominente veroordeling, geen gevolgen lijkt te ondervinden zolang hij binnen Suriname blijft.
Een belangrijke vraag blijft: kan Boekoeroe ooit worden uitgeleverd? Suriname heeft geen uitleveringsverdrag met Frankrijk, wat betekent dat hij veilig lijkt binnen de landsgrenzen. Mocht hij echter naar het buitenland reizen, loopt hij het risico gearresteerd te worden, wat tot een groot internationaal schandaal zou kunnen leiden.
De kwestie roept bovendien bredere juridische en morele vragen op: moet een veroordeelde drugscrimineel de leiding krijgen over ontwikkelingsprojecten in een regio die kwetsbaar is voor illegale handel? Hoe kan het dat een internationaal veroordeelde persoon zonder enige controle of publieke verantwoording een hoge overheidsfunctie krijgt?
De benoeming van Arnold Boekoeroe toont opnieuw aan hoe diep de politieke malaise in Suriname geworteld is. Met elke benoeming van omstreden figuren wordt het vertrouwen in de regering verder uitgehold. De vraag is niet alleen of Boekoeroe op zijn post blijft, maar ook hoe lang de Surinaamse bevolking dit soort praktijken blijft accepteren.
Voorlopig blijft het stil vanuit de regering. Maar de druk groeit. Zal Santokhi eindelijk reageren, of blijft Suriname het land waar criminele connecties eerder een opstap zijn naar een politieke carrière dan een obstakel?