Ho Chi Minhstad – De Vietnamese vastgoedmagnaat Truong My Lan, voormalig voorzitter van de Van Thinh Phat Group, heeft de internationale schijnwerpers op zich gericht door een van de grootste financiële fraudezaken in de geschiedenis van Vietnam. De 67-jarige zakenvrouw is veroordeeld tot de doodstraf wegens verduistering van miljarden dollars. Een recente uitspraak van de rechtbank biedt echter een uitweg: als Lan 9,3 miljard dollar terugbetaalt, wordt haar straf omgezet in levenslange gevangenisstraf.
Lan werd in april 2024 veroordeeld voor het verduisteren van meer dan 12,5 miljard dollar via een complex netwerk van spookbedrijven en frauduleuze banktransacties. Deze activiteiten vonden plaats tussen 2012 en 2022 en richtten aanzienlijke financiële schade aan bij de Saigon Joint Stock Commercial Bank (SCB). De zaak heeft het vertrouwen in het Vietnamese financiële systeem ernstig aangetast en leidde tot massale verliezen voor duizenden investeerders.
De rechtbank in Ho Chi Minhstad beschuldigde Lan van misbruik van macht, omkoping van ambtenaren en het manipuleren van bankfondsen. Haar netwerk gebruikte schijnbedrijven en haar positie binnen de bank om grote sommen geld te verduisteren. Hoewel Lan beweert dat ze een deel van de verduisterde gelden heeft terugbetaald, oordeelde de rechtbank dat de waarde van de in beslag genomen activa niet kon worden vastgesteld.
Deze zaak maakt deel uit van een bredere anti-corruptiecampagne van de Communistische Partij van Vietnam. Onder leiding van de overheid zijn duizenden zakenlieden, bankiers en overheidsfunctionarissen vervolgd. De harde aanpak, inclusief strenge straffen zoals de doodstraf, moet dienen als waarschuwing tegen corruptie in zowel de publieke als private sector.
Volgens de recente uitspraak kan Lan haar doodstraf ontlopen door 75% van het verduisterde bedrag terug te betalen. Dit komt neer op 9,3 miljard dollar. Critici hebben vragen over de gerechtigheid van een dergelijk aanbod, waarbij rijkdom lijkt te bepalen of iemand aan de doodstraf kan ontsnappen. Mensenrechtenorganisaties hebben opgeroepen tot een eerlijker rechtssysteem en pleiten voor hervormingen in Vietnam.
De zaak heeft diepe gevolgen gehad voor het vertrouwen in het financiële systeem van Vietnam. Investeerders blijven voorzichtig, en de reputatie van de SCB heeft een flinke deuk opgelopen. Tegelijkertijd roept de zaak ook vragen op over de rechtvaardigheid en proportionaliteit van de straffen in Vietnam.
Internationaal hebben de strenge straffen en de voorwaarde van terugbetaling veel aandacht getrokken. Mensenrechtenorganisaties wijzen op de harde aanpak van fraude en corruptie, maar waarschuwen ook voor het gebruik van de doodstraf als instrument in economische zaken. De Vietnamese regering benadrukt echter dat deze acties nodig zijn om corruptie uit te bannen en de stabiliteit van de economie te waarborgen.