
PARAMARIBO – 28 oktober 2025
Ex-minister Dinotha Vorswijk (Grondbeleid en Bosbeheer) heeft in een interview bij DTV gereageerd op het vernietigende Rekenkamer-rapport over onrechtmatige gronduitgiftes in 2023.
Haar reactie zorgde voor opgetrokken wenkbrauwen:
“Als ik moet boeten, moeten alle ministers sinds 1982 opgesloten worden.”
Met die zin probeerde Vorswijk haar eigen verantwoordelijkheid te relativeren, maar ze bevestigde juist de kern van het probleem: in Suriname is bestuurlijke nalatigheid al veertig jaar genormaliseerd.
“Iedere regering heeft gefaald”
Volgens Vorswijk is het Rekenkamer-oordeel niet onterecht, maar ook niet bijzonder.
“Geen enkele regering heeft zich ooit volledig aan de wet gehouden,” zei ze.
Daarmee verschoof ze de discussie van haar eigen beleid naar een collectieve schuldbekentenis — een patroon dat Surinaamse politiek typeert: wie zich moet verantwoorden, wijst liever naar de geschiedenis.
De ex-minister benadrukte dat eerdere rapporten, waaronder dat van 2018, dezelfde conclusie trokken.
Maar waar ze dat als verzachting bedoelde, klonk het vooral als een bevestiging dat het systeem structureel rot is.
De ‘geen systeem’-verdediging
Vorswijk verklaarde dat publicatie van grondaanvragen en toewijzingen “praktisch onmogelijk” was.
Er zou geen digitale infrastructuur of personeel zijn om honderden aanvragen per dag te verwerken.
“Niet dat we niet wilden publiceren,” zei ze, “maar het systeem is zo ingewikkeld dat het bijna niet kan.”
Critici wijzen erop dat de publicatieplicht wettelijk verplicht is. Een gebrek aan systemen is geen excuus, maar juist het gevolg.
Meerdere percelen, beperkte controle
Op vragen over dubbele of meervoudige grondtoewijzingen erkende Vorswijk dat sommige personen twee of drie kavels kregen, en dat controle daarover nauwelijks mogelijk was.
Volgens haar kon dat “alleen via het secretariaat van de minister” worden nagegaan — een onthutsende bekentenis over hoe slecht het beheer van domeingrond nog altijd is.
“Een ondankbare taak”
Vorswijk noemde het ministerschap “een ondankbare taak” en zei “naar eer en geweten” te hebben gewerkt. Maar haar eigen uitspraken leggen bloot waarom het vertrouwen in overheidsinstituten wankelt.
Wie zegt dat iedereen schuldig is, zegt eigenlijk dat niemand verantwoordelijkheid draagt.
Het interview met Vorswijk is een van de weinige momenten waarop een oud-minister openlijk toegeeft dat de overheid al decennia structureel buiten de wet handelt.
Toch blijft de belangrijkste vraag onbeantwoord: wie neemt eindelijk verantwoordelijkheid?
Want als iedereen schuldig is, lijkt niemand dat meer te zijn.
De Rekenkamer stelde onomwonden dat de uitgifte van gronden in 2023 niet conform wet en regelgeving verliep.
Vorswijk bestrijdt dat niet, maar maakt er een nationale gewoonte van.
Haar uitspraak dat “iedereen sinds 1982” moet worden opgesloten, is geen verdediging — het is een spiegel voor een overheid die haar eigen regels niet meer leest, laat staan naleeft.