PARAMARIBO – Nieuwe stukken, waaronder officiële documenten van het Kabinet van de President en het Ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), hebben het debat over gronduitgifte in Suriname opnieuw aangewakkerd. De uitzending van “DTV” met Jermaine Ligeon bracht de zaak vol in de schijnwerpers en riep grote vragen op over transparantie, politieke beïnvloeding en rechtvaardigheid in de toewijzing van staatsgrond.
Uit een officiële brief van president Chandrikapersad Santokhi aan minister Prahlad Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), blijkt dat het staatshoofd persoonlijk betrokken is bij het verzoek om binnen één week een rapportage te leveren over een reeks grondaanvragen van verschillende stichtingen. Het betreft onder meer Jai Shree Vermogensbeheer, Masadevilla Village en Tropic Snowball. De brief dateert van 25 juni 2024.
Deze directe inmenging van het kabinet in de administratieve afhandeling van gronduitgifteaanvragen roept vragen op over politieke voorkeur en de onafhankelijkheid van ministeriële besluitvorming.
Een tweede document, afkomstig van het ministerie van GBB, toont dat de Staat Suriname bereid is grond in het district Nickerie – een perceel van maar liefst 117,1032 hectare – in grondhuur te geven voor de duur van veertig jaar. De bestemming: bebouwing en bewoning. Dit betreft gronden ten zuiden van de Awadohossesingweg, met een officiële landkaart waar de percelen met letters A t/m M zijn aangeduid.
Deze lange termijn toegekende concessie zet de deur open voor langdurige privéontwikkelingen en roept maatschappelijke discussie op over wie toegang krijgt tot grond en wie niet.
In de uitzending van “DTV” uitte Jermaine Ligeon zware kritiek op parlementariër Gajadien van de VHP. Volgens Ligeon worden ministers uit de ABOP-gelederen systematisch aangevallen, terwijl VHP-leden vergelijkbare of grotere hoeveelheden grond toegewezen zouden krijgen zonder publieke ophef. Zo werd verwezen naar een VHP-gelieerde die 306 hectare zou hebben ontvangen, tegenover de veelbesproken 400 hectare verdeeld over 13 stichtingen onder toezicht van minister Vorswijk.
Ligeon stelt dat Vorswijk handelde volgens correcte procedures en adviezen van de bevoegde diensten. Hij waarschuwde president Santokhi dat een eventuele ontslagronde – puur op basis van Gajadiens uitlatingen – het aanzien van de regering verder zou schaden. “Als u de minister ontslaat, dan handelt u mensloos en geesteloos,” aldus Ligeon.
De situatie escaleerde toen bekend werd dat minister Vorswijk maar liefst 113.000 hectare grond ter beschikking heeft gesteld aan het ministerie van LVV voor agrarische doeleinden. Dit gebeurde in het kader van een staatsproject, niet aan een individuele stichting. De grote omvang van deze beschikking heeft bij velen de alarmbellen doen afgaan, vooral gezien de gelijktijdige beschuldigingen aan het adres van Vorswijk over kleinere uitgiftes.
Met verkiezingen op komst in mei 2025 is de timing van deze onthullingen politiek explosief. Terwijl coalitiepartners elkaar publiekelijk beschuldigen van vriendjespolitiek, corruptie en onrechtvaardige behandeling, blijft de centrale vraag: hoe eerlijk en transparant is het gronduitgiftebeleid van de Surinaamse overheid?
De samenleving kijkt mee, niet alleen naar de cijfers, maar ook naar de motieven achter de schermen.