Paramaribo, 4 februari 2025 – Het Hof van Justitie van Suriname heeft voormalig vicepresident en huidig assembleelid Michael Ashwin Satyandre Adhin vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten in de strafzaak over de vermeende vervalsing van afschrijvingsnota’s en verduistering van staatsgoederen. De uitspraak werd op 2 november 2023 gedaan.
Adhin werd beschuldigd van het valselijk opmaken van afschrijvingsmemo’s voor overheidsgoederen, met als doel deze af te schrijven als zijnde beschadigd of niet langer bruikbaar voor overheidsdiensten. Daarnaast werd hij verdacht van verduistering en vernieling van deze goederen, waaronder een videcamera, een laptop en een computer met beeldscherm.
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan elf maanden en drie weken voorwaardelijk, en een proeftijd van drie jaar. Bovendien zou Adhin verplicht worden om de schade te vergoeden door soortgelijke apparatuur aan te schaffen voor het Kabinet van de Vicepresident.
Het Hof overwoog dat er geen wettelijke criteria bestaan voor de afschrijving van staatsgoederen en dat een eenduidige definitie van ‘niet bruikbaar voor de dienst’ ontbreekt. Getuigenverklaringen hierover liepen sterk uiteen en boden onvoldoende houvast om tot een bewezenverklaring te komen.
Daarnaast stelde het Hof vast dat er geen overtuigend bewijs was dat de nota’s voor afschrijving vervalst waren. De documenten bestonden daadwerkelijk en waren correct geadministreerd, wat betekende dat de goederen officieel waren afgeschreven. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat Adhin zich schuldig had gemaakt aan verduistering.
Wat betreft de vernieling van goederen werd eveneens geoordeeld dat er geen sluitend bewijs was dat de verdachte verantwoordelijk was voor eventuele beschadigingen. Hoewel de goederen na afschrijving in Adhins beheer waren, kon niet met zekerheid worden vastgesteld dat hij ze had beschadigd.
Het Hof concludeerde dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat Adhin de hem ten laste gelegde feiten had begaan. Hij werd daarom volledig vrijgesproken. Het vonnis werd uitgesproken door een driekoppige rechterlijke kamer, bestaande uit mr. M.C. Mettendaf, mr. D.G.W. Karamat Ali en mr. R.H. Elgin.
De uitspraak betekent dat Adhin geen strafrechtelijke consequenties ondervindt van de aantijgingen. De zaak heeft echter politieke en maatschappelijke gevolgen gehad, gezien zijn prominente rol in de Surinaamse politiek. De vrijspraak roept vragen op over de regelgeving rondom de afschrijving van staatsgoederen en de procedures die daarmee gepaard gaan.