Paramaribo – 8 mei 2025 – De strafzaak tegen de verdachte K.C., die wordt verdacht van het overtreden van de Wet Money Laundering, is door de kantonrechter uitgesteld naar 5 juni 2025 voor inhoudelijke behandeling. Dit volgt op een reeks juridische procedures waarin onder andere de bevoegdheid van de rechter en de geldigheid van de dagvaarding ter discussie stonden.
Het onderzoek naar K.C. begon vorig jaar met een gerechtelijk vooronderzoek (GVO), waarna het Openbaar Ministerie (OM) besloot hem te dagvaarden voor de kantonrechter. De verdediging diende echter bezwaar in tegen deze dagvaarding, wat tijdelijk leidde tot het stilleggen van de behandeling van de zaak.
De kantonrechter gaf de verdediging aanvankelijk gelijk, wat betekende dat de zaak niet kon doorgaan. Het OM tekende beroep aan bij het Hof van Justitie, dat vervolgens de beslissing van de kantonrechter vernietigde en het OM in het gelijk stelde. Hiermee werd de weg vrijgemaakt voor een inhoudelijke behandeling van de strafzaak.
Toen de zaak opnieuw voor de kantonrechter kwam, voerden de raadslieden van K.C. verschillende preliminaire verweren aan, waaronder het standpunt dat de kantonrechter onbevoegd zou zijn om de zaak te behandelen. Deze verweren werden na overleg tussen beide partijen door de rechter verworpen, die zich bevoegd verklaarde.
De behandeling van de zaak is nu verschoven naar 5 juni 2025. Het Openbaar Ministerie geeft aan vastberaden te zijn om het strafproces zorgvuldig voort te zetten en ziet de verdere behandeling met vertrouwen tegemoet.
Lees ook: